De klok die werd gered uit de puinhopen van het afgebrande Paleis voor Volksvlijt blijkt al zo'n 40 jaar kwijt. Bouwhistoricus Gabri van Tussenbroek van de Universiteit van Amsterdam, die werkt aan een boek over het illustere gebouw, vraagt hulp bij zijn zoektocht. "Hij moet toch ergens zijn? Het zou mooi zijn als we hem boven water kunnen halen."

Het Paleis voor Volksvlijt is misschien wel het meest geliefde vernietigde gebouw van Amsterdam. De glazen tentoonstellingsruimte werd in 1864 opgeleverd, geïnspireerd door het wereldberoemde Crystal Palace in Londen. Maar net als dat bouwwerk viel het gebouw ten prooi aan het vuur: vandaag 90 jaar geleden ging het verloren, waarschijnlijk door een uit de hand gelopen keukenbrand.

Er bleef alleen verwrongen staal over van het paleis, zo geliefd in Amsterdam als vermaakscentrum en winkelgalerij. Wel werd de ijzeren klok van het gebouw ongeschonden uit het puin gehaald door de schoothandelaren die de ravage opruimden.

De klok was er gekomen nadat schrijver Jacob van Lennep zich had beklaagd dat er geen openbare klokken in de omgeving meer waren te vinden sinds de stadspoorten waren afgebroken. Hij schreef in de krant hoe opvallend genoeg zelfs een nachtwaker hem de tijd moest vragen. "Wij zijn geen lui, die arlozies erop nahouden", legde de man hem uit.

"De ijzermaatschappij die de klok uit de puinhopen redde, schonk hem aan de gemeente, voor in een museum. In 1945 was de klok in bruikleen gegeven aan de Krijtberg", zegt Van Tussenbroek.

De klok moet jarenlang gebruikt zijn in die katholieke kerk, maar verdween uiteindelijk, ontdekte Van Tussenbroek bij het schrijven van zijn boek. "Ik heb het bij de jezuïeten nagevraagd. De koster kent het gebouw van binnen en buiten, maar de klok is er gewoon niet."

"Toen hij ons vroeg waar de klok was, bleek hij al sinds 1979 niet traceerbaar", zegt Judith van Gent van het Amsterdam Museum. "Bij een controle van het bruikleen constateerde een collega destijds dat de klok er niet meer was. Hij heeft nog wel gezocht, maar niets gevonden."

Volgens Van Gent werd er navraag gedaan bij klokkenmaker Eysbouts, die in 1949 nieuwe klokken voor de Krijtberg had geleverd, bij de afdeling Openbare Werken, bij het Nationaal Beiaard Museum en het Nederlands Klokkenmuseum. Allemaal tevergeefs. "Bij ons staat hij sindsdien als vermist in de boeken."

Jammer, vindt Van Gent. Kort na de oorlog oordeelde het museum nog dat de klok "musikale noch kunsthistorische of historische beteekenis van eenig belang" had, maar inmiddels denkt de instelling daar anders over. "Het is toch een historisch beladen klok, met een prachtig verhaal."

Van Tussenbroek is het met haar eens. "Het was een mythisch gebouw, dat paleis. Het heeft nog altijd een plek in het collectieve geheugen. Het zou mooi zijn als er een tastbaar overblijfsel is, meer dan alleen de verhalen en foto's."
Krantenknipsel