Van vogels is geweten dat ze handig kunnen navigeren met behulp van de veldlijnen van het aardmagnetisch veld. Maar ook mensen zouden dit lichamelijke kompas bezitten.

De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar de precieze werking van het kompas bij vogels. Die voelen immers zeer nauwkeurig veranderingen in de richting het aardmagnetisch veld. De veldlijnen lopen van de (magnetische) noord- naar de zuidpool. Door die variaties tijdens hun vlucht op te pikken, kunnen vogels de juiste koers vinden tijdens de trek.

Vogels zijn niet de enige dieren met deze zogenaamde ‘magnetoceptie’. De eigenschap is – weliswaar in minder sterke mate – ook teruggevonden bij bijen, vleermuizen, zeeschildpadden, salamanders en dolfijnen. Zelfs van koeien wordt vermoed dat ze gevoelig zijn voor het aardmagnetisch veld, getuige hun niet-willekeurige positie in de wei. Alleen ontbreekt voor die laatste groep dieren afdoende wetenschappelijk bewijs.

Nu komt een groep Amerikaanse en Japanse neurologen1 echter met een bijzondere claim. Volgens hen beschikken ook wij mensen over magnetoceptie. Bij een groep vrijwilligers zagen de onderzoekers tijdens een hersenscan dat veranderingen in het lokale (lichte) magnetisch veld variaties veroorzaakten in de hersenactiviteit. Sterker, deze activiteit speelde zich af in de gebieden die we verbinden met zintuiglijke waarneming zoals zien, horen en voelen.

De wetenschappers ontwaarden zelfs een zekere oplijning met de veldlijnen in het noordelijk halfrond (zowel de VS als Japan liggen boven de evenaar). De vraag is nu in welke mate mensen zich ‘bewust’ zijn van het effect van het veranderende magnetische veld tijdens bijvoorbeeld verre verplaatsingen.