Een 53-jarige man uit Zoetermeer blijft liever nog twintig maanden in de cel dan dat hij vervroegd wordt vrijgelaten. "Geef mij maar die 600 dagen", zei hij vanmiddag voor de Haagse rechtbank. Het komt bijna nooit voor in Nederland dat een veroordeelde crimineel niet gebruikmaakt van de voorwaardelijke invrijheidstelling als twee derde van de straf erop zit.

De man uit Zoetermeer zit een celstraf uit van vijf jaar vanwege drie gewelddadige overvallen op drogisterijen in Den Haag binnen een week tijd. Vandaag moest de rechtbank zich uitspreken over zijn voorwaardelijke invrijheidstelling. Maar de man wil daar niet aan meewerken omdat hij opziet tegen de verplichte begeleiding door de reclassering. "Ik ben die mensen helemaal zat", stelde hij. "En ik heb ook geen zin om hier lang over door te praten", zo beet hij de rechters volgens Omroep West toe.

Met uitzondering van de mensen die tot levenslang zijn veroordeeld, heeft iedere veroordeelde in Nederland het recht om voorwaardelijk vrij te komen. Maar dat mag alleen onder begeleiding. Terecht, betoogde het OM vanmiddag voor de rechtbank. Want als de Zoetermeerder niet wordt begeleid, gaat hij volgens de officier van justitie "binnen de kortste keren weer in de fout".

Ook de Haagse rechtbank is bang dat de man snel weer zal toeslaan. "De kans op herhaling is levensgroot", aldus de voorzitter. Daarom besloot de rechtbank dat de overvaller zijn straf helemaal moet uitzitten.