De lat ligt hoog op het NK Prepareren. "Als een vogel niet wegvliegt, is het niet goed genoeg", lacht Marjolein Kramer. "Maar soms nemen we er genoegen mee als het net echt lijkt."

Sommige modellen lijken inderdaad slechts op pauze gezet in het Natuurmuseum in Leeuwarden. Een bloedhond met druppeltjes kwijl in zijn mondhoeken. Een eekhoorn midden in een sprong bevroren. Een woestijnvos die afwachtend naar een schorpioentje kijkt. Een sneeuwuil op een stapel Harry Potter-boeken.

"Er zijn preparateurs die er echt veel werk van hebben gemaakt, die nadenken over hoe ze iets spannend kunnen maken", zegt Kramer, zelf preparateur van het museum. "Je kan een dier eenvoudig opzetten, maar als zo'n dier iets doet of een biotoop heeft, dan is dat veel leuker." Een deelnemer bracht een halve gevel met raam mee voor zijn kerkuiltje. Bij een ander laaft een vleermuis zich aan een menselijke hand (gelukkig van kunststof).

Zo'n origineel idee levert punten op. De modellen worden namelijk niet alleen beoordeeld op de anatomie, huidligging en stand van de ogen, maar ook op de houding en het voetstuk. De moeilijkheidsgraad telt ook mee: een duif of een houtsnip geldt vanwege zijn dunne huid als een moeilijk dier. Er zijn prijzen in tien categorieën van grote zoogdieren (vanaf vos) en kleine vogels (tot kauw) tot skeletten of trofeekoppen.

"Kleine zoogdieren vind ik een van de moeilijkste categorieën. Er zijn niet veel preparateurs die dat in de vingers hebben. Het is klein, het krimpt, echt priegelwerk", zegt Kramer, die zelf onder meer een rennende rat en een hermelijn heeft gemaakt. "Grote dieren, daar heb ik niet veel mee. Dat is bijna montagewerk. Het is creatief, maar wel bikkelen. Ik vind dat gefriemel aan die kleine beestjes leuker."

Extra moeilijkheid is dat er bij zoogdiertjes minder te maskeren valt dan bijvoorbeeld bij vogels. Een dik verendek geeft meer speling dan kort haar. "Soms ontdek je halverwege dat een bepaalde houding niet kan, als je bijvoorbeeld een kale plek ontdekt. Dan moet je bijvoorbeeld zijn nek net even zo plaatsen dat het niet opvalt."

Die creativiteit is geregeld nodig, omdat de dieren die worden aangeleverd vaak aangereden wild of 'raamslachtoffers' zijn, met wonden of botbreuken. Dat verklaart ook waarom er zoveel uilen meedingen naar een prijs. "Uiltjes zijn populair. Als je fietst en je ziet een mus liggen, dan raap je hem waarschijnlijk niet op. Maar een uil neem je mee naar huis. Ze zijn bijzonder, dus laten mensen ze niet liggen. En dan heb je twintig uilen liggen en maar één mus."

Voor meer exotische dieren moeten preparateurs hun adresjes hebben. Tropische vogels kunnen bij fokkers worden geregeld, goede banden met Ecomare of Pieterburen leveren misschien een zeehond op. Ook krijgen preparateurs geregeld de vraag of ze een huisdier willen opzetten, van een cavia of hond tot het paard dat op de tentoonstelling compleet met koets is te zien. Kramer noemt het een haast onmogelijke taak. "Het wordt nooit meer dát dier. Ik kan een heel mooie kat maken, maar nooit meer die ene kat. Een anoniem dier is prettiger."

Dit jaar hebben 41 deelnemers 149 exemplaren ingeleverd voor het NK, dat elke twee jaar wordt gehouden. Kramer merkt dat prepareren steeds populairder wordt. "Het werd altijd een beetje als oud en stoffig gezien, voor op de schoorsteenmantel bij je opa en oma. Maar je ziet een verschuiving: een dood dier in je interieur is hip. Dat merk ik aan het aantal klanten dat ik heb, aan het ledenaantal van de vereniging, aan de hoeveelheid workshops. Allemaal jonge mensen die het graag willen leren."

Het stereotiepe beeld van de preparateur klopt daardoor niet meer, stelt Kramer. "Vroeger zat ik tussen de oude mannetjes, maar dat is allang niet meer zo. Toen ik tien jaar geleden begon, was ik een van de vier vrouwen met een vergunning. Inmiddels is het ongeveer 50-50."

Voor de deelnemers draait het kampioenschap niet alleen om de prijzen, het is ook een kans de hobbykamer te verlaten om gelijkgestemden te ontmoeten, tips uit te wisselen en inspiratie op te doen. "Ik leer nog steeds, je bent nooit klaar", concludeert Kramer als ze naar de inzendingen kijkt. "Hier zie je dat het nog zoveel mooier kan. Ik word er heel gretig van."
Foto