Het ziekteverzuim bij kleine bedrijven ligt ontzettend laag. In 2016 was het gemiddeld 1,6 procent. Bij zeer grote bedrijven is dat 4,7 procent.

Een ziekteverzuim van minder dan 2 procent is bijna onmogelijk, stellen de meeste arbodiensten die bedrijven helpen het personeel gezond te houden en zieken weer aan het werk te krijgen. Die 2 procent is een soort ondergrens, omdat griep of een keelontsteking niet te voorkomen is, net zoals het onontkoombaar is dat sommige mensen een ernstige ziekte krijgen of een ongeluk krijgen.

Toch hebben kleine bedrijven al jarenlang een verzuim dat lager ligt, in 2014, 2015 en 2016 lag het gemiddeld op 1,6 procent. Er zijn zelfs sectoren die rond de 1 procent zieken scoort, zoals de kleine bedrijfjes met minder dan tien man personeel in de horeca, de communicatie, handelaars van onroerend goed en in de financiële dienstverlening.

Daar kunnen de grote bedrijven met meer dan honderd man personeel alleen maar jaloers naar kijken. Hun gemiddelde is 4,7 procent. Bij grote overheidsorganisaties, in het vervoer en transport, de gezondheidszorg en de industrie komt het ver boven de 5 procent uit. Middelgrote bedrijven met tussen de tien en honderd man personeel, kampen met een gemiddeld verzuim van 3,3 procent.

Die grote verschillen in ziekteverzuimpercentages heeft meerdere oorzaken. Voorop staat dat een ondernemer met een klein bedrijf veel meer betrokken is bij zijn personeel. En dat het personeel meer betrokken is bij het bedrijf. Door die sterke onderlinge band laten ze elkaar niet snel in de steek. Een gemotiveerde werknemer is een gezonde werknemer, luidt het credo in de arbo-wereld.

De aanname is - goed onderzoek ontbreekt - dat de baas van een kleine zaak met de werknemer meedenkt, bijvoorbeeld bij een scheiding, drukte door mantelzorg of als er kleine kinderen zijn. Het personeel denkt er vervolgens bij een kuchje niet zo snel aan om thuis te blijven. Bij grote bedrijven voelt personeel zich minder gezien, waardoor de stap om je ziek te melden kleiner is.

Maar er zijn ook minder positieve verklaringen. Volgens de grote bedrijven melden kleine ondernemers niet al het verzuim, waardoor de CBS-cijfers te laag zijn. Een andere verklaring is dat kleine bedrijven minder bereid zijn om mensen met gezondheidsproblemen in dienst te nemen. Ook zouden ze veel flexibel personeel hebben die zelf voor hun ziekdagen opdraaien.

In de discussie over het twee jaar loon doorbetalen bij ziekte worden de kleine bedrijven altijd genoemd als groot slachtoffer van het systeem. Voor hen is een langdurig ziek personeelslid een grote kostenpost. Daar doet het lage verzuim niets aan af, vindt MKB-voorzitter Michaël van Straalen. “Het is juist wrang dat ondernemers met het laagste verzuim het grootste risico lopen en de hoogste kosten hebben van ziek personeel. Ze kunnen zelfs omvallen.”

De kleine ondernemers geven zelf aan zich weinig zorgen te maken over het ziekteverzuim. Ze zijn ook bijna allemaal verzekerd. Voor circa 3,5 procent van de loonsom neemt een verzekeraar het salaris van ziek personeel op zich, net als en voor de reïntegratie. Zo'n 85 procent van de bedrijven met tussen de 7 en 15 werknemers is verzekerd. Bij grote bedrijven met meer dan honderd werknemers ligt dat op 25 procent.