Pas wanneer je niets meer nastreeft, kun je gelukkig worden’, zegt ouderdoms-deskundige Daniel Klein, schrijver van onder meer De wijsheid van een tandeloze glimlach tegen Filosofie-magazine. ‘Als je jong bent wil je van alles. Je maakt plannen en hebt grote doelen voor ogen. Oud zijn stelt je in staat om andere dingen te doen: om het leven te overdenken, opnieuw te gaan spelen en om belangeloze vriendschappen aan te gaan.’

‘Geen grote doelen meer nastreven wordt steeds makkelijker als je oud bent’, stelt Klein. ‘En dan hoeft de tijd ook niet meer zo snel te gaan.’ Daardoor kan je tempo zo ver omlaag dat je je ervaringen kunt overdenken en ervan kunt genieten. Bovendien word je op je oude dag minder afgeleid door lusten die gewild en ongewild de kop opsteken.