Over niets gesproken
Ster vreet helium-3 op: oerknal gered Van onze verslaggeverAMSTERDAM - De opvatting dat de oerknaltheorie niet deugt omdat die de verkeerde hoeveelheid helium-3 voorspelt, kan in de prullenbak. Het is een theorie die zegt dat sterren extra helium-3 produceren, die van tafel moet.
UitlegKosmologen stonden tot nog toe voor een raadsel over helium-3, de lichte versie van normaal helium-4 die tijdens de oerknal ook ontstond. De oerknaltheorie voorspelde een zekere hoeveelheid He-3 in het heelal. Die wordt ook ongeveer waargenomen. Maar er zou juist veel meer moeten zijn.
Lichte sterren, tot tweemaal zo groot als de zon, produceren namelijk bij de kernfusie in hun binnenste ook helium-3. Dat zou aan het eind van het bestaan van sterren de ruimte ingeblazen moeten worden. Daardoor zou veel meer helium-3 gevonden moeten worden. En omdat de stertheorie zeer solide leek, viel de verdenking op de oerknaltheorie.
Was met de beschrijving van de nucleaire processen in de beginfase van het heelal iets mis?
Amerikaanse en Australische astrofysici stellen deze week in het weekblad Science echter orde op zaken. Met gedetailleerde computerberekeningen laten ze zien dat lichte, helium-3 producerende sterren aan het einde van hun bestaan hun helium-3 niet zomaar wegblazen, maar op het laatste moment terugmengen in de fusieprocessen in hun binnenste. Daar verbrandt het vervolgens alsnog in kernreacties.
Volgens de onderzoekers staat daarmee vast dat alle waarneembare helium-3 echt van de big bang komt, en dat het dus geen toeval is dat de voorspelde hoeveelheid ook echt wordt waargenomen.
|