Een gratis hypotheeklening was klanten van Achmea niet goedkoop genoeg.
Ze eisten geld toe op hun lening ter waarde van ruim een half miljoen euro – en kregen maandag gelijk van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Achmea moet zijn klanten met terugwerkende kracht negatieve rente betalen.
Zo ontstaat de opmerkelijke situatie dat huiseigenaren geld lenen voor hun woning en nog geld toe krijgen ook.

Geldinstelling Achmea

Preciezer gezegd haar rechtsvoorganger Staal Bankiers, sloot in 2007 twee leningen af van in totaal 595 duizend Zwitserse frank.
Klanten en bank spraken af dat er periodiek een nieuw rentetarief wordt vastgesteld. Dat gebeurt op basis van het zogeheten Libortarief voor Zwitserse franken – dit is het tarief waartegen banken elkaar leningen geven in Zwitserse franken. Boven op dit tarief betalen de klanten 0,7 procent opslag.

Het Zwitserse rentetarief daalde vervolgens harder dan de bank had verwacht. Op 28 januari 2015 dook het zelfs ver onder nul procent: minus 1,016 procent. Zelfs na verhoging met de afgesproken opslag van 0,7 procent bleef het rentetarief voor de lening negatief: minus 0,316 procent. De bank diende de huizenbezitter dus eigenlijk te betalen. Dat ging de bank echter te ver, schreef ze in haar brief over herziening van het rentetarief: ‘Staal Bankiers hanteert een kostenpercentage van minimaal 0,0 procent.’
De leners bleken hun hypotheekcontract goed te hebben gelezen. Dat maakte geen uitzondering voor een negatieve rente. En dus moest Staal Bankiers zich schikken in een nieuwe rol: geld uitlenen én rente betalen. De bank bleef weigeren, waarop de leners zich wendden tot de Geschillencommissie van Kifid.
Bij het klachteninstituut voerde de bank aan dat het contract ‘op geen enkele wijze de indruk wekt’ dat de bank negatieve rente zou vergoeden. Negatieve rente staat bovendien haaks op het bancaire systeem: ‘een omkering van de betalingsstromen zou de kernfunctie van het systeem verstoren’.

De geschillencommissie veegde de argumenten van de tegenstribbelende bank resoluut van tafel. Negatieve rente komt vaker voor, betoogde de commissie. En de bank wist heus wel dat de betreffende overeenkomst een ‘sterk speculatief karakter’ had. Dat gold voor het afgesproken renterisico, maar ook voor het valutarisico.
De bank moet de achterstallige rente nu binnen vier weken betalen. En de juridische hulp ook.