Amerikaanse onderzoekers lieten 26 proefpersonen vijf nachten overnachten in een slaaplab. Ze wilden daarmee nagaan in welke mate onze voeding een effect heeft op onze slaap. Alle proefpersonen – de helft mannen en de helft vrouwen – hadden een normaal gewicht en waren gemiddeld 35 jaar. Ze werden elke avond om 10 uur in bed gestopt en 9 uur later weer gewekt.

Nadat ze drie dagen lang het voedingspatroon hadden gevolgd dat door een voedingsdeskundige was voorgeschreven, werden hun slaapgegevens gecontroleerd. Uit de gegevens bleek dat hoe meer vezels er op het menu hadden gestaan, hoe langer de proefpersonen in diepe slaap hadden doorgebracht. Hetzelfde gold voor hoe minder verzadigd vet ze hadden gegeten. Bovendien bleek dat hoe meer suiker ze hadden gegeten, hoe vaker ze ’s nachts wakker werden.

Uit de gegevens van de vijfde nacht – nadat de proefpersonen een dag hadden mogen eten wat ze wilden – bleek dat de voeding van een dag al een invloed had op hun slaap. De proefpersonen deden er gemiddeld 29 minuten over om in slaap te vallen nadat ze zelf hadden mogen bepalen wat ze gingen eten en drinken, terwijl dat gemiddeld maar 17 minuten duurde wanneer ze de voorgeschreven voeding hadden gegeten die rijker was aan vezels en armer aan verzadigd vet.