Het winnen van grondstoffen op grote diepte in zee komt steeds dichterbij. Afgelopen vrijdag sloot het Canadese bedrijf Nautilus Minerals een contract met Papua-Nieuw-Guinea. Ze vormen een joint venture om in de Bismarckzee, ten oosten van Papua-Nieuw-Guinea, op een diepte van 1600 meter grondstoffen uit de zeebodem te winnen.

Het is de eerste keer dat een land gaat samenwerken met een bedrijf dat kan delven. Beide zijn bereid om het financiële risico van de winning te delen. Als er winst wordt gemaakt, profiteert het arme Papua-Nieuw-Guinea daarvan mee.

De grond onder de Bismarckzee ligt vol met hoogwaardige mineralen als koper en goud. Nautilus Minerals denkt dat er 3000 tot 5000 kilo goud in de zeebodem zit. Omdat dat niet makkelijk te verkrijgen is, is het erg duur om dit boven water te krijgen. Toch is diepzeemijnbouw een serieuze optie. De grondstoffenprijs wisselt sterk en er is behoefte aan meer grondstoffen.

Of diepzee-mijnbouw op termijn ook een structurele oplossing biedt, is nog maar de vraag.

"De cijfers zien er goed uit, ik geloof dat geld verdiend kan worden", zegt Nii Odunton, de secretaris-generaal van de ISA, de organisatie van de Verenigde Naties die over de zeebodem gaat.

ISA heeft tot nu toe negentien licenties uitgegeven voor onderzoek naar de haalbaarheid van diepzee-mijnbouw. De organisatie werkt aan een code voor milieurichtlijnen.

De overeenkomst met Papua-Nieuw-Guinea maakt de weg vrij voor het ontwikkelen van een grote robot, die ook wel 'het beest' wordt genoemd. De robot lijkt op een duikboot met vier meter brede snijbladen. Hiermee wordt de bodem omgewoeld. Vrijliggende rotsen worden dan naar het wateroppervlak gepompt.

De mijnbouw zelf zou binnen vijf jaar van start kunnen gaan.

Milieuorganisaties zijn fel tegen deze methode. "Papua-Nieuw-Guinea laat zich als proefkonijn gebruiken", stelt Helen Rosenbaum van Greenpeace. "Het is een zorgelijke ontwikkeling. Het is een plaats zo ver weg van mensen, dat Nautilus Minerals kan wegkomen met eventuele negatieve effecten. Ze hebben een arme regering benaderd, zonder dat er regels zijn voor een goed toezicht."