Hoe kan het toch dat de zorgkosten in ons land zo hoog zijn geworden? Erik de Ridder, wethouder uit Tilburg, heeft wel een idee. Hij moest in mei met een hevig bloedende snee in z'n vinger naar de huisartsenpost. Maar die was dicht, dus besloot hij langs te gaan bij de eerste hulp in het ziekenhuis. Vorige week plofte de rekening op de deurmat: 2.284 euro. En dat vond wethouder De Ridder toch wat aan de hoge kant. Dus vroeg hij op Twitter maar even of dat normaal was.
Ik neem plaats in de wachtkamer. Op advies van de verpleegkundige mijn vinger dichtknijpen en omhoog houden. Vervolgens aan de beurt en na overleg tussen verpleegkundige en arts-assistent toch niet hechten maar meteen verbinden. Vijf à tien minuten daarna staan we weer buiten. Voor een behandeling die niet meer dan tien minuten duurde, vond De Ridder 2.284 euro vrij veel geld. Hij wil niet zeggen bij welk ziekenhuis hij is geweest, omdat hij als wethouder "niemand aan de schandpaal wil nagelen".
Waarschijnlijk is de rekening gebaseerd op een zogenaamde DBC-code. Dat is een tarief dat verzekeraars en ziekenhuizen afspreken voor dit soort behandelingen. Het Brabants Dagblad belde met de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), die de rekening inderdaad hoog vonden, maar zo niet konden zien of het bedrag terecht is. "Dan zou je na moeten gaan wat de DBC-code is geweest, welke diagnose er is gesteld en welke behandeling vervolgens heeft plaatsgevonden", vertelt woordvoerster Jaco van Lambalgen. "Kwam de patient duizelig binnen, bijvoorbeeld? In het algemeen kun je wel stellen dat zorg in een ziekenhuis altijd duurder is dan bij een huisarts." De NZa onderzocht al eerder hoge rekeningen voor eenvoudige ingrepen, nadat een vrouw 1.000 euro moest betalen na het verwijderen van oorsmeer.