De gemeente Dordrecht heeft de rechter gevraagd een inwoner van Dordrecht op te leggen dat hij niet meer dan 10 brieven per maand aan de gemeente schrijft. De man schrijft nu vele honderden brieven per jaar, in de afgelopen maanden al 523. Volgens de gemeente is er sprake van misbruik van recht. Op donderdag 7 maart heeft de rechtbank Rotterdam het verzoek van de gemeente behandeld. De rechtbank doet uitspraak op 21 maart.
De briefschrijver is eigenaar van een groot aantal panden in Dordrecht. De afgelopen jaren had hij een conflict met de gemeente over het aangescherpte beleid voor kamerverhuur. Omdat hij zich niet aan de regels hield, heeft de gemeente hem diverse dwangsommen opgelegd. Om die dwangsommen ook daadwerkelijk te innen, is de gemeente er toe over gegaan om panden van deze verhuurder openbaar te veilen.
Uit onvrede over die actie is de verhuurder begonnen met een stroom aan handhavingsverzoeken, bezwaarschriften en WOB-verzoeken (wet openbaarheid bestuur). Naar eigen zeggen doet hij dit om de gemeente te zieken en op kosten te jagen. Dat laatste is feitelijk het geval: de gemeente is ongeveer 400.000 euro per jaar kwijt aan de afhandeling van deze brieven. Ter vergelijking: de subsidiëring van twee zwembaden, twee bibliotheekfilialen en een groot muziekfestival kost gezamenlijk evenveel.
De gemeente is verplicht de brieven te behandelen. Als de gemeente dit niet op tijd doet, riskeert ze zelfs een dwangsom van €1260 per te late beantwoording. Ook daar is de briefschrijver op uit. Om aan deze brieventerreur een einde te maken heeft de gemeente nu een kort geding aangespannen. Volgens de gemeente is er sprake van een spoedeisend belang, omdat de brieven nog elke dag binnenkomen.