DHAKA - Zijn familie in Bangladesh dacht 23 jaar lang dat hij dood was. Maar toen kwam dat anonieme telefoontje, waarin werd gemeld dat hij niet dood was, maar vastzat in een gevangenis in Pakistan. Moslemuddin Sarkar (52) is na al die jaren weer thuis. Maandagavond werd hij door de autoriteiten in het Pakistaanse Karachi uit de gevangenis vrijgelaten en zo snel mogelijk het land uitgezet. Dinsdag kwam hij aan op de luchthaven van Dhaka, vanwaar hij doorreisde naar zijn geboortedorp, om zich door zijn moeder in de armen te laten sluiten. Sarkar werkte als havenarbeider in de haven van het Bengalese Chittagong. Na een bezoekje aan zijn familie in het dorp Bishnurampur, in 1989, zou hij naar Chittagong terugkeren. Hij verdween echter spoorloos. Zijn familie deed navraag bij zijn werkgever, die slechts wist te melden dat hij nimmer meer op zijn werk was verschenen. Waarom Sarkar in een Pakistaanse gevangenis is beland en waarom hij daar zo lang heeft gezeten, blijft enigszins onduidelijk. Hij heeft verklaard in 1989 niet naar Chittagong te zijn teruggekeerd, maar clandestien de grens met India te zijn overgestoken om daar te gaan werken. In 1997 probeerde hij hetzelfde in Pakistan. Hij werd echter gepakt en als illegaal achter de tralies gezet. Zeker is dat hij vijftien jaar gevangen zat, totdat het na dat anonieme telefoontje door zijn familie ingeschakelde Internationale Rode Kruis hem vond in de gevangenis van Karachi.