Regenboogforellen hebben een kompas in hun neus, waarmee ze zich oriënteren. Dat hebben Duitse onderzoekers ontdekt. Ze publiceerden hun bevindingen in het Amerikaanse vaktijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS).
Regenboogforellen zijn nauw verwant aan de Pacifische zalm, die feilloos zijn weg terug kan vinden van de grote oceaan naar zijn geboorterivier. Het lukte de onderzoekers de verantwoordelijke cellen te isoleren en op te zuigen uit de neus van de regenboogforellen. Zij stelden vast dat die cellen magnetisch waren.
Als de genstructuur voor intern magnetisme bij dieren is blootgelegd, zou deze kunnen worden vergeleken met de menselijke genoom. Winklhofer: "Wij mensen hebben geen kompas of zijn ons daar in ieder geval niet van bewust. Maar het kan goed zijn, dat onze voorvaderen die nog wel hadden. Wellicht hebben wij ook cellen, die magnetiet maken.''
Sinds de jaren '60 was al bekend dat onder meer trekvogels de magnetische velden van de aarde gebruiken om zich te oriënteren. Maar hoe dat interne kompas werkte, bleef lange tijd onbekend. In de loop der jaren ontdekten wetenschappers dat ook andere dieren, waaronder de postduif, de magnetische velden gebruikten. Bij de postduif werden ijzeroxidedeeltjes ontdekt in de bek van het dier.