Een pingbericht dat er 3,5 tot 20 minuten over doet? Ja, als je het naar Mars stuurt. Dat is interplanetair internet. Dat het kan is al fascinerend, maar het moet sneller en dus komen ESA, NASA en bijna tien andere internationale ruimteorganisaties deze week speciaal samen in Duitsland om de mogelijkheden te bekijken.
Onbemande ruimtevaartuigen besturen, Marsrovers en bemande maanbases: het kan allemaal. Maar we hebben er pas echt wat aan als ze we ze kunnen laten communiceren met satellieten. Daarom is het nodig dat er een betere internetverbinding komt tussen verschillende planeten en satellieten. Maar zo'n interplanetaire internetverbinding is er nog niet.
Het probleem zit hem in de standaarden die we nu gebruiken. Die zijn niet berekend op het versturen van complexe gegevens over lange afstanden en dus moeten er nieuwe komen. Standaarden zijn nodig om ruimtevaartuigen en grondstations van verschillende ruimtevaartorganisaties te laten samenwerken. Het gros van het internetverkeer gebruikt een tcp/ip protocol, maar dit is niet geschikt voor interplanetaire communicatie. Hiermee zou je ping naar Mars dus 20 minuten later aankomen.
Bij NASA testen ze al langer nieuwe protocollen. Bij een nieuwe proef in oktober moet astronaut André Kuipers vanuit het internationaal ruimtestation ISS een robot op aarde besturen. Daarbij worden omstandigheden op een planeet als Mars nagebootst.
Interplanetair internet en andere onderwerpen worden deze week op de 'Consultative Committee for Space Data Systems' (CCSDC) conferentie in Darmstadt besproken. Daar doen ESA, NASA, ASI, CNES, RFSA, DLR, JAXA en nog een paar organisaties aan mee.