Wetenschappers hebben een piepklein stukje aluminium verwarmd tot een temperatuur die normaal alleen in de zon of het midden van een kernexplosie is te vinden. Met behulp van een röntgenlaser kon het metaal korte tijd worden verhit tot 2 miljoen graden Celsius, berichten de onderzoekers deze week in het vakblad Nature. Het experiment werd gedaan met een nieuwe laser in Californië, die twee kilometer lang is. Het apparaat levert een lichtstraal die miljarden keren sterker is dan andere bronnen van röntgenstraling. De energie die daarbij in een minieme fractie van een seconde vrijkomt, is groter dan het complete elektriciteitsverbruik van een klein land als België. Zo werd in minder dan een biljoenste seconde een stukje metaal dertig keer dunner dan een menselijke haar met röntgenstralen onder vuur genomen. Daardoor verwarmde het aluminium in korte tijd van binnenuit. Doordat de opwarming zo snel gaat, heeft het element geen kans om zich te gedragen als normaal, door te smelten en over te gaan in een gas. De atomen hebben daar simpelweg geen tijd voor. In plaats daarvan wordt het een bijzonder dichte, gloeiend hete plasma, zoals die ook in de zon voorkomt. De wetenschappers hopen dat we door het experiment meer te weten kunnen komen over welke processen er in de zon plaatsvinden.