Als je een nieuwe taal leert, leer je ook nieuwe concepten die niet voorkomen of iets anders betekenen in je moedertaal. Als je aan 'lunch' denkt, zie je misschien boterhammen met een glas melk voor je. Maar als een Italiaan aan 'pranzo' (Italiaans voor lunch) denkt, ziet hij een bordje pasta voor zich. Als je Italiaans leert, verandert daarmee je beeld bij het woord 'lunch'. Nog een voorbeeld: Italianen denken bij een vos aan een mooier, zachter dier dan Duitsers. Duitsers zien muizen juist als mooier en zachter dan Italianen. Dit verschil heeft te maken met woordgeslacht: vos is vrouwelijk in het Italiaans en mannelijk in het Duits. Muis is mannelijk in het Italiaans en vrouwelijk in het Duits. Mensen die zowel Duits als Italiaans spreken hebben geen voorkeur. Beperkte blootstelling aan een vreemde taal kan je kijk op de dingen al veranderen. Voor Engelssprekende kinderen loopt de tijd van links naar rechts. Arabische kinderen zien de tijd als iets wat van rechts naar links verloopt, tenzij ze net begonnen zijn met Engels leren. Dan denken ze dat tijd zowel van links naar rechts als andersom. "Er is veel bewijs dat tweetaligen 'ertussenin' denken. Ze voegen de twee percepties vanuit hun twee talen samen. Soms bedenken ze ook een nieuw concept dat in beide talen niet thuis hoort.", zegt professor Cook van Newcastle University. Bij het lunchvoorbeeld bedenken ze dan bijvoorbeeld een bordje pasta met melk: een combinatie van het Nederlandse en het Italiaanse begrip 'lunch'