In de Chihuahuawoestijn op het grondgebied van Mexico ontdekten twee broers in het jaar 2000 - tijdens werkzaamheden in de Naica lood- en zilvermijn - op een diepte van 300 meter de 'The Cave of the Crystals'. Ongeveer 170 reuzengrote lichtgevende obelisken, waarvan de grootste 11,4 meter lang, 4 meter in diameter en 55 ton zwaar is, betoveren de grot met een verward patroon van licht. De vochtige wanden van de grot zijn bezet met vlijmscherpe kristalclusters en accentueren de angstaanjagende aanblik.
De reuzenkristallen begonnen zich miljoenen jaren geleden te vormen uit doorsijpelend grondwater dat verzadigd was met calciumsulfaat. Dit infiltrerende water werd opgewarmd door een lavastroom die zowat een anderhalve kilometer dieper stroomde. Toen de lavastroom ongeveer 600.000 jaar geleden afkoelde, rezen de kristallen uit het water op en in de loop der eeuwen bleven de kristallen groeien en groeien. Tot mijnwerkers in 1985 de grot leegpompten, omdat de aanwezigheid van deze enorme watervoorraad hen hinderde om verder en dieper te kunnen graven op zoek naar nog meer bodemschatten. Zij ontdekten toen een bovenliggende grot met kristallen tot 1 meter groot, wat op zich ook al een majestueuze ontdekking was.
Gigantische kristallen die op reuzenijskegels lijken suggereren de gedachte dat het in de grot ijskoud moet zijn, maar gedachten kunnen bedrieglijk zijn. Mensen die door dit buitengewone ondergrondse kristallen bos klauteren, dragen speciale ijsgekoelde pakken die hen beschermen tegen een omgevingstemperatuur van om en bij de 44 graden Celsius, bij een gemiddelde luchtvochtigheid van 95%.
Dergelijke omstandigheden, plus het feit dat de rit naar de ingang van de kristallen grot 20 minuten in beslag neemt, schrikken plunderaars echter niet af. Zo draagt een van de grotere kristallen diepe littekens van hamers en beitels. Om dit bovennatuurlijke wonder voor de komende generaties te bewaren heeft men de ingang van de grot afgesloten met een zware stalen deur. Te openen met een kristallen sleutel? Foto