Archeologen hebben in Tel Aviv duizenden scherven vuursteen ontdekt. De kleine mesjes zijn zeker 200.000 jaar oud en lagen naast enkele botten van dieren. Dat suggereert dat de messen gebruikt werden om vlees te snijden. De messen waren niet herhaaldelijk geslepen en dat wijst erop dat ze bedoeld waren om direct na gebruik weg te gooien.
Ook het grote aantal dat de archeologen aantroffen, zou aantonen dat de mensen niet opkeken van een mesje meer of minder. En als iets er in overvloed is, waarom zou je de oude exemplaren dan blijven hergebruiken?
Dat wil niet zeggen dat de oude mensen helemaal geen oog hadden voor het milieu. De mesjes waren reeds gerecycled, zo ontdekten de wetenschappers. Het waren delen van grotere messen en gereedschappen die voor andere doeleinden ontwikkeld waren. “Ze zijn op een speciale manier gemaakt,” vertelt archeoloog Ran Barkai. “Aan de ene kant zijn ze heel efficiënt en aan de andere kant heel simpel.”
De messen zijn opvallend klein. Sommigen zelfs zo klein als een menselijke tand. De grootste waren niet veel groter dan een plectrum.
Mensen snijden al ruim twee miljoen jaar vlees, maar toch is deze vondst bijzonder. “Zulke kleine vleesmesjes zijn nog nooit ontdekt.” Ook het feit dat de mesjes gemaakt zijn van gerecycled materiaal en na gebruik gewoon werden gedumpt, is opvallend.