Het cremeren van een overledene kost veel energie en zorgt voor broeikasgassen. Daar bedacht een Schotse uitvinder wat op: resomeren. Hoe je een lijkt ontbindt binnen drie uur. Voor een crematie is veel energie nodig. Een grote oven stookt anderhalf uur lang op 1100 graden om een gemiddeld stoffelijk overschot te verbranden. Bovendien levert het cremeren ook nog eens allerlei gassen en roet op, die via een schoorsteen moeten worden afgevoerd. De Schotse uitvinder Sandy Sullivan vond een oplossing voor deze problemen. Hij ontwierp de Resomator, ofwel de ‘hergeboortemachine’. In deze machine, die er uit ziet als een grote wasdroger, wordt een dode binnen drie uur omgetoverd tot een fijn hoopje poeder. Geheim achter het concept is de verhitting van water en de bijtende stof kalium-hydroxide. Bij 180 graden ontbindt de kalium-hydroxide een lijk in drie uur. Het vlees lost op in de vloeistof. Alleen de botten overleven de behandeling en kunnen in een grote industriële maalinrichting worden vermalen. Er blijft uiteindelijk weinig meer over dan een hoopje poeder. De Resomator wordt inmiddels gebruikt in drie Amerikaanse staten en in Canada. Er lopen ook aanvragen om de machine ook in Europa in te mogen zetten.