De Mount Everest, de hoogste berg van de wereld (8848 meter), wordt onder handen genomen. Speciale berggidsen gaan allerlei troep van de allerhoogste hellingen weghalen. Ze verwachten 3000 kilo rotzooi, maar ook lichamen van omgekomen bergbeklimmers mee te nemen.
De schoonmaakactie vindt plaats in de zogenoemde ‘dodenzone’. Dit is een heel gevaarlijk en moeilijk te bereiken gebied boven de 8000 meter. In dat speciale gebied hebben bergbeklimmers allerlei spullen achtergelaten zoals lege zuurstofflessen, tenten en verpakkingen van eten. De Sherpa’s, zoals de berggidsen worden genoemd, hopen zo’n 3000 kilo rotzooi weg te kunnen halen. Daarnaast willen de Sherpa’s minstens vijf lichamen van omgekomen bergbeklimmers meenemen. Deze klimmers zijn bij eerdere beklimmingen van de top om het leven gekomen. Sinds 1950, toen de Mount Everest openging voor bergbeklimmers, zijn er al meer dan 300 doden gevallen in de ‘dodenzone’. De Sherpa’s beginnen op 1 mei met hun schoonmaakactie.

Oudgediende
tis zo zwaar dat je alles wat je kúnt achterlaten ook achterlaat. Daarom laten ze de lijken altijd liggen; de kans dat een sherpa dood gaat als hij zo'n zwaar lichaam naar beneden moet sjouwen is veel te groot.










