In het Groningse Termunterzijl aan de Waddenzee zijn miljoenen lieveheersbeestjes neergestreken.

"Op één grashalm zitten soms wel twintig tot dertig lieverheersbeestjes," zegt Ton van der Made van insectenwereld in Leens. Volgens hem is de zachte lente de oorzaak van het uitzonderlijke fenomeen. "Daardoor zijn er extra veel poppen uitgekomen."

Lieveheersbeestjes zijn trekkende dieren en leven voornamelijk van bladluis. De enorme populaties zoals die in Termunterzijl is in Nederland uitzonderlijk, maar komt aan de Deense en Duitse waddenkust vaker voor. Toch is dit jaar het aantal diertjes ook daar imposanter dan anders. Ze stormen niet als sprinkhanen over het land, maar verplaatsen zich langzaam.

Mensen hebben weinig te vrezen van de rode insecten met hun zwarte stippen. Als ze in het nauw komen, kunnen ze bijten, maar dat zullen ze niet snel doen. Bovendien is een bijtwond van een lieveheersbeestje met het blote oog nauwelijks te zien.

Voor zangvogels is Noord-Groningen even het epicentrum van de gastronomie. De grote zwermen lieveheersbeestjes zijn voor hen een culinaire attractie waarvan het water hen in de snavel loopt. Zij kunnen zich dit jaar overgeven aan een decadente vijfsterrenmaaltijd van deze zomerdelicatesse.