Reddingswerkers hebben zaterdag het dode lichaam van een amateur-speleoloog na 41 jaar uit een grot op ruim driehonderd kilometer ten noordwesten van New York gehaald. De destijds 23-jarige James Mitchell uit Massachusetts stierf in februari 1965, nadat zijn twee metgezellen hem niet uit zijn benarde positie konden bevrijden.
Mitchell stierf toen hij vast kwam te zitten terwijl ijskoud water hem overspoelde. Het water liep door de grotten als gevolg van temperatuurschommelingen eerder die week. Toen door zijn vrienden ingeschakelde hulp arriveerde, was hij overleden. Zijn lichaam kon niet worden bevrijd omdat een deel van de grot instortte na boorwerkzaamheden. Besloten werd het hele gedeelte van de grot op te blazen en een gedenksteen te plaatsen. Het gebeurde was in 1965 groot nieuws en leidde ertoe dat speleologen meer veiligheidsmaatregelen namen. Via een later gevonden toegang bleek het lichaam van Mitchell toch toegankelijk. Lange tijd werd de grot echter als het graf van Mitchell gezien. De kleinzoon van de ontdekker van de bewuste grot heeft het lichaam met de zegen van de familie van Mitchell en de lokale autoriteiten uiteindelijk toch uit de grot laten halen. Hij maakt er een documentaire over. Zes reddingswerkers werkten zaterdag zo'n vier uur om de beenderen van Mitchell, die inmiddels verspreid lagen in een achttien meter diepe kloof, te verzamelen. Ook zijn helm werd teruggevonden. Die bevatte achttien streepjes, het aantal door hem bezochte grotten aangevend.