Terwijl in Canada gisteren bekend werd gemaakt dat er dit voorjaar 275.000 zeehondjes doodgeknuppeld mogen worden, dreigen dichter bij huis, in de Baltische Zee, 1.500 zeehondenbaby's te verhongeren en te bevriezen door - paradoxaal genoeg - de zachtste winter in die regio sinds 1720.
Omdat het pakijs waarin de zeehonden hun jongen grootbrengen te snel smelt, belanden de kleintjes in het koude water voordat ze een vetlaag hebben opgebouwd. Daar verhongeren en bevriezen ze. Het Wereldnatuurfonds (WNF) luidt de alarmklok. De Baltische ringel- of stinkrobben jongen laat naar zeehonden-normen. Ze bevallen van eind februari tot eind maart. De eerste weken sterken de pups normaal aan in sneeuwholen op het pakijs. Maar dit jaar is de ijslaag op veel plekken te dun of helemaal afwezig.
Gisteren raakte bekend dat in Canada dit jaar 275.000 zeehonden gedood mogen worden van de regering. Vorig jaar lag het quotum op 270.000 dieren. De Canadese zeehondepopulatie wordt geschat op 5,5 miljoen. In het noordelijke deel van de Baltische Zee, tussen Finland en Zweden, leven tussen de 7.000 en 10.000 ringelrobben, die jaarlijks zo'n 1.500 jongen krijgen.