De president van het Afrikaanse Botswana dreigt 20.000 olifanten naar Duitsland te sturen, omdat hij vindt dat de Duitsers zich te veel bemoeien met de olifantenjacht in zijn land.

De Duitse minister van Milieu Steffi Lemke stelde onlangs een verbod op de import van olifantentrofeeën voor. Maar volgens president Mokgweetsi Masisi gaat zijn land gebukt onder een olifantenplaag.

Masisi ziet het verbod als bemoeienis met de manier waarop de overlast door olifanten wordt aangepakt.

Volgens de president zijn er in Botswana zo'n 130.000 olifanten, die bovendien regelmatig mensen zouden vertrappen, gewassen vernielen en dorpen vernietigen. Hij ziet de gecontroleerde jacht dan ook als 'duurzaam gebruik' van de dieren, en is tegen de voorgestelde restricties.

Volgens hem doet Botswana al genoeg om de dieren te beschermen. "Het is heel gemakkelijk om in Berlijn te zitten en een mening te hebben over onze zaken in Botswana. Wij betalen de prijs voor het behoud van deze dieren voor de wereld", aldus Masisi.

Als de Duitsers het behoud van de olifanten zo belangrijk vinden, dan nemen ze ze zelf maar, redeneert hij. Daarom biedt hij 20.000 van de dieren aan. "We accepteren geen nee", aldus de president. Als voorwaarde stelt hij wel dat de olifanten vrij door Duitsland kunnen rondlopen, schrijft tabloid Bild.

Eerder gaf president Masisi al 8.000 olifanten weg aan buurland Angola.

Een woordvoerder van dierenrechtenorganisatie PETA zegt tegen Politico juist blij te zijn met het voorgenomen verbod op jacttroffeeën in Duitsland. De woordvoerder noemt jachttroffeeën 'een hobby voor rijke, afgestompte mensen die meer geld dan moraal hebben."