Een familie deed 150 jaar geleden een slimme investering die veel inwoners van het Drentse Emmer-Compascuum nu dwars zit. Driehonderd percelen in het dorp bij Emmen liggen op grond van die familie en vallen onder een erfpachtregeling. Dat betekent dat de eigenaren wel het huis, maar niet de grond eronder bezitten.

Telkens als er een woning verkocht wordt, moet er vijf procent betaald worden aan de familie die de grond bezit. "Het heeft behoorlijk effect op de economie hier", zegt Gerard Gustin. Dorpsbewoners zoals Gerard willen van de erfpacht af. "Het is een achterhaald systeem, niet meer van deze tijd."

Gerard kocht zijn huis en betaalde daar toen erfpacht over. Sindsdien heeft hij er flink aan verbouwd, waardoor het een stuk meer waard is geworden. Maar omdat de erfpacht 5 procent van de koopprijs is, zal de kopende partij daar een flinke smak geld bij moeten leggen. De grondeigenaar profiteert zo van Gerards verbouwwerk. "De grondbezitter hoeft er niets voor te doen, alleen achterover leunen en geld vangen voor het werk dat jij aan je huis hebt verzet."

Erfpacht, wat vaak een twintigste of tiende penning genoemd wordt, was vroeger heel normaal. Kortgezegd betekent het dat je grond die van iemand anders is, mag gebruiken. In ruil daarvoor betaal je jaarlijks een som geld en vaak onderhoudt de grondbezitter de grond voor je. Je huurt de grond als het ware.

Er zijn nog steeds stukken grond in Nederland die onder erfpacht vallen, maar dan gaat het vaak om grond die in het bezit is van de gemeente. In Emmer-Compascuum gaat het om particuliere erfpacht. De familie Kröner uit Amersfoort heeft de grond in bezit. Ooit moest de familie Kröner best wat doen voor hun erfpachters. Als grondeigenaar onderhielden ze de kanalen en wegen. Maar die taken kwamen later bij de overheid te liggen en dus hoeft de familie Krömer helemaal niks meer te doen.