13,50 euro betaal je gemiddeld voor een Big Mac-menu in Nederland. Duurder wordt het niet in de eurozone, tenzij je naar Enschede afreist, daar betaal je 15,05 euro. Het verschil met Zuid-Europese landen als Frankrijk, Italië en Portugal is groot.

Om de koopkracht tussen landen te vergelijken bedacht The Economist in 1986 al de Big Mac-index. Sindsdien worden ieder jaar weer de prijzen van de bekende snack van McDonald's overal ter wereld met elkaar vergeleken. Het idee erachter is dat de Big Mac een soort boodschappenmandje is: vlees, brood, sla, maar ook elektriciteit en arbeid.

En vooral dat laatste maakt de Nederlandse Big Mac duur. Dirk Mulder, retailspecialist bij ING, vertelt bij RTL Nieuws dat de Nederlandse horeca bekendstaat als prijzig. "Aan de ene kant zijn we zeer efficiënt georganiseerd binnen de keten: de processen van productie en distributie verlopen heel goed. Maar aan de andere kant hebben we hogere salarissen in vergelijking met andere landen."

Daardoor ontstaan zelfs grote verschillen binnen ons land. In Rotterdam kost een Big Mac-menu bijvoorbeeld 9,75 euro, in Hengelo en Enschede ruim 5 euro méér. Dat ligt niet aan de inkoopprijs van een hamburger. "De inkoopkosten in Deventer zijn vergelijkbaar met die van Amsterdam. De hoofdoorzaak van hoge kosten is de huur van het pand en het personeel."

Daardoor kan de prijs zelfs binnen een stad verschillen: een pandje in de binnenstad is duurder dan op een industrieterrein. Tenslotte is het zo dat in de Randstad ook het personeel sneller wisselt. "In landelijke gebieden is dit effect aanzienlijk minder merkbaar."