Een verkoper van een Rotterdamse technische groothandel, die zijn baan verloor omdat hij ten onrechte een werkvergoeding voor het uitlaten van zijn hond opstreek, heeft in hoger beroep bot gevangen. De man, die de hond liet uitlaten door zijn ex-partner en buurman, krijgt zijn baan niet terug.

Ook kan hij fluiten naar een ontslagvergoeding van een kwart miljoen euro. Dat blijkt uit een gisteren openbaar geworden uitspraak van het Gerechtshof Den Haag.

De 59-jarige man werkte sinds 2014 bij een Overijsselse groothandel in technische onderdelen. Als senior verkoper voor de regio Rotterdam ontving hij een maandsalaris van bijna 5500 euro, en reed hij in een auto van de zaak.

Nadat de man in 2021 terechtkwam in een scheiding, kreeg hij een probleem met het uitlaten van zijn hond Bobby. Zijn werkgever bood hem daarom aan om de kosten van een hondenuitlaatservice te vergoeden. De verkoper ontving daarvoor 108 euro per maand.

Maar in juli vorig jaar ontdekte de werkgever dat de hond al een half jaar niet meer door de service werd uitgelaten. Daarop werd de man op staande voet ontslagen.

De verkoper nam daarmee geen genoegen, en stapte naar de rechter. In november oordeelde de rechtbank Rotterdam dat het ontslag terecht was. Destijds liet de advocaat van de werknemer RTL Z weten dat de man in hoger beroep was gaan.

Voor het gerechtshof stelde de werknemer dat de straf van ontslag op staande voet veel te streng was, ook in het licht van zijn verder vlekkeloze dienstverband. Volgens de man wilde zijn werkgever na een meningsverschil van hem af, en gebruikte hij de uitlaatvergoeding 'als stok om de hond mee te slaan'.

De verkoper benadrukte dat de vergoeding een klein geldbedrag was, dat hij bovendien had willen terugbetalen. Daartegenover zijn de financiële gevolgen van het ontslag voor hem ingrijpend. Hij verloor zijn goedbetaalde baan, zijn pensioenopbouw, kreeg geen ontslagvergoeding en verloor het recht op een WW-uitkering.

Ten slotte kon de man als gevolg van een tweejarig concurrentiebeding niet opnieuw werk vinden in zijn eigen vakgebied.

Ook stelde de man dat hij de uitlaatvergoeding weliswaar niet had gebruikt om de professionele uitlaatservice te betalen, maar wel om als dank cadeautjes te kopen voor zijn ex-vrouw, kinderen en buurman, die de hond uitlieten. Daardoor zou het geld uiteindelijk toch zijn besteed aan het doel waarvoor het bedoeld was.

Voor het hof eiste de werknemer daarom zijn baan terug, en uitbetaling van zijn achterstallige salaris. Als hij zijn baan niet zou terugkrijgen, wilde hij een trits ontslagvergoedingen waaronder een vergoeding voor onterecht ontslag van 250.000 euro.

Het gerechtshof is echter niet onder de indruk van het verweer van de werknemer. Volgens de rechters had de man kunnen weten dat hij de uitlaatvergoeding niet op deze manier had mogen gebruiken.

De rechters vinden het daarom logisch dat het bedrijf het vertrouwen in de verkoper is verloren. Daarbij wogen zij mee dat de hondenbezitter de vrouw die de uitlaatservice runt, had gevraagd om te liegen als zij zou worden gebeld door de werkgever.

Het hof erkent dat de financiële gevolgen van het ontslag voor hem ingrijpend zijn, maar vindt het ontslag uiteindelijk niet te streng. Daarom hoeft de technische groothandel de man niet terug in dienst te nemen, en hem ook niet de geëiste ontslagvergoeding van een kwart miljoen euro te betalen.

Wel vindt het gerechtshof dat het tweejarige concurrentiebeding dat loopt tot de zomer van 2024, onverdedigbaar lang en streng. Door dat beding zet het hof daarom ook een dikke streep. Daardoor kan de man, die volgens zijn voormalige werkgever 'goed is in het verkopen van slangen en koppelingen', in elk geval weer elders in zijn vakgebied aan de slag kan.