Wetenschappers zaten er wereldwijd jarenlang flink naast. Er belandt veel minder plastic afval in de zeeën en oceanen dan werd aangenomen, ontdekten onderzoekers van de Universiteit Utrecht.

De omvang van de plastic soep in de oceanen is veel minder groot dan twintig jaar lang werd gedacht. De schattingen liepen altijd uiteen van 50 miljoen ton plastic afval in de oceanen tot wel 300 miljoen ton. Het blijkt veel minder te zijn: 3,2 miljoen ton.

Tot die conclusie komen onderzoekers van de Universiteit Utrecht op basis van meer dan 20.000 betrouwbare metingen vanuit de hele wereld. In het wetenschappelijk tijdschrift Nature Geosciences dat maandag verschijnt, schrijft oceanoloog Mikael Kaandorp van de Universiteit Utrecht dat vooral de rivieren veel minder plastic naar de oceaan brengen dan tot nu toe werd geschat. Waar er dus minder plastic in de oceaan terechtkomt, verwacht Kaandorp dat er juist wel meer in de rivieren blijft hangen.

De oude schattingen over de omvang van de plastic soep in oceanen waren gebaseerd op de officiële cijfers van de hoeveelheid plastic die jaarlijks wordt geproduceerd. Dat gaat inmiddels al om 400 miljoen ton per jaar – sinds de jaren vijftig in totaal zo’n tien miljard ton. Daarvan is maar 6 procent (600 miljoen ton) hergebruikt, de rest is verbrand, gestort of kwijtgeraakt.

De schatting was dat er ieder jaar ruim 10 miljoen ton plastic uiteindelijk in de oceaan zou belanden. De gevolgen daarvan zijn rampzalig. Onder meer vissen, schildpadden en vogels eten het op, of komen erin vast te zitten. Veel afval in de oceaan komt van schippers, zij gooien oude scheepsnetten overboord die tegenwoordig van kunststofvezels zijn gemaakt en niet vergaan. Zeedieren raken erin verstrikt, met verwondingen of zelfs de dood als gevolg.

Die 10 miljoen ton plastic afval konden onderzoekers echter al nooit terugvinden. Onderzoeker Kaandorp concludeert dat het plastic afval daadwerkelijk maar voor een klein deel in de oceaan terechtkomt. “En wat er wel in de oceaan zit, blijft veel langer in grote stukken drijven. Er zitten veel minder microplastics in het water dan gedacht”, aldus Kaandorp.

De 3,2 miljoen ton komt niet in de buurt van de getallen die worden gebruikt door het Wereld Natuur Fonds – ‘150 miljoen ton plastic drijft in de zee en daar komt jaarlijks 11 miljoen ton bij’ – of de Plastic Soup Foundation – ‘5 tot 13 miljoen ton per jaar erbij’. Beide organisaties waren niet bereikbaar voor een reactie. Ook Greenpeace kon niet reageren.

Bioloog en actievoerder Merijn Tinga, die afgelopen maand een surftocht van Oslo naar Londen afrondde op een plank van plastic afval om aandacht te vragen voor het probleem van het vele plastic afval, reageert voorzichtig positief op het onderzoek uit Utrecht. “Het is natuurlijk heel hoopvol als de plastic soep minder groot is dan gedacht.”

“Maar zelfs als de hoeveelheid afval honderd keer kleiner is dan altijd gedacht, dan nog is het natuurlijk veel te veel. Het is vooral een geluk bij een ongeluk als het afval langer in de rivieren blijft hangen, waar het – relatief – makkelijker is op te ruimen.” Maar met alleen opruimen komen we er niet, waarschuwen de milieuorganisaties. Belangrijk is dat er minder plastic wordt geproduceerd.

Daartoe worden al enige tijd stappen genomen. Zo zijn in Nederland plastic tasjes bij winkels niet meer gratis. Plastic rietjes zijn verboden, en vanaf 1 januari 2024 mogen er geen plastic wegwerpbekers en -bakjes meer aangeboden worden op plekken waar klanten deze direct gebruiken. Bijvoorbeeld in de kantine, op kantoor, in het restaurant of snackbar of op een festival. Herbruikbare bekers en bakjes worden standaard.