Al een paar dagen gaan er foto’s op internet rond van een ijskar die sinds begin deze week voor de poort van concentratiekamp Auschwitz in Polen staat. Met walging wordt er gereageerd. Uit onderzoek blijkt nu dat de gemeente er niets tegen kan doen. De ijscoman staat op privégrond en laat weten er gewoon ijsjes te blijven verkopen.

Auschwitz-Birkenau was in de Tweede Wereldoorlog de poort naar de hel. In het grootste concentratie- en vernietigingskamp van de nazi's werden ruim 1 miljoen mensen vermoord. Het kamp symboliseert het slechtste van het slechtste in de mens. Nu, 78 jaar later, kun je voor de 'Poort des Doods' een ijsje kopen in allerlei vrolijke kleurtjes.

Auschwitz is nu officieel een museum. Het wordt elk jaar bezocht door ruim twee miljoen mensen. De ijskar staat op zo'n 200 meter van de ingang. Een woordvoerder van Auschwitz laat aan de Poolse regionale zender TVP3 weten dat dit natuurlijk een compleet gebrek aan respect is. Maar het museum kan er niets aan doen. Rond Auschwitz geldt een zone van 100 meter waar activiteiten verboden zijn. De ijskar staat iets verder.

Mensen van over de hele wereld spreken er schande van. Professor Ben Stanley van de universiteit in Warschau verwoordt het wellicht nog het best in een tweet. "Ik herinner mij de eerste keer dat ik Auschwitz bezocht. 's Avonds keerde ik terug in mijn hotelkamer in Kraków en wilde alleen maar stilletjes zitten. Nu blijkt dat mensen een ijsje willen eten."

Bertien Minco is onthutst door de ijskar op de stoep van Auschwitz. Minco is de algemeen directeur van Herinneringscentrum Kamp Westerbork. "Ik ben compleet in shock natuurlijk dat dit gebeurt. Helaas hebben musea niet overal iets over te zeggen."

In Auschwitz kunnen bezoekers nauwelijks iets kopen om te nuttigen. In Kamp Westerbork kan dat wel. Over het assortiment wordt zorgvuldig nagedacht, zegt Minco. "Onze bezoekers komen vaak van ver en zijn hier een paar uur. Die wil je natuurlijk op een gastvrije manier iets fatsoenlijks aanbieden." Ze benadrukt dat Westerbork natuurlijk een emotioneel beladen plek is. "We verkopen koffie, thee, eenvoudige dingen. Niet te veel luxe, kleur of een te uitbundige verpakking. Het moet passen bij de plek waar je bent."

Intussen kraken de gemeenteambtenaren van Oswiecim hun hersenen over de ijskar. Oswiecim is de gemeente waar Auschwitz onder valt. Plaatsvervangend chef Pawel Kobielusz zegt tegen de regionale zender TVP3: "De gemeente staat machteloos. De ijskar staat op grond dat niet ons eigendom is. We zijn dan ook niet bevoegd de verkoop van ijs te verbieden."

De ijscoman zelf reageert ook bij de tv-zender. "Ik huur nu dit stukje grond en betaal daarvoor. En over de ijsjes die ik verkoop betaal ik netjes belasting." Of een ijskar voor de poort van Auschwitz moreel verantwoord is? Daarover willen de ijscoman en de eigenaar van het stuk grond niets zeggen.