In Haarlem staat vrijdag een groep vrouwen voor de rechter omdat ze erkenning en compensatie eisen van kloosterorde De Goede Herder. Tussen 1860 en 1979 moesten volgens vrouwenrechtenorganisatie Bureau Clara Wichmann duizenden meisjes en jonge vrouwen dwangarbeid verrichten in de kloosters van de Zusters van de Goede Herder. Daar zaten ze omdat ze bijvoorbeeld zwanger waren geworden buiten het huwelijk. De vrouwen en meisjes deden onbetaald zwaar werk in naaiateliers en wasserijen, aldus de organisatie, die de vrouwen bijstaat in de zaak. Ze maakten producten die de kloosterorde kon verkopen, maar naaiden ook legeruniformen voor de Nederlandse staat, stelt Bureau Clara Wichmann. Ook kregen de vrouwen en meisjes geen onderwijs en werden ze geïsoleerd. De zaak werd in 2020 aangespannen door negentien vrouwen die tijdens hun jeugd in één of meerdere instellingen van De Goede Herder zaten. Bureau Clara Wichmann eist erkenning van de misstanden en een schadevergoeding voor de materiële en immateriële schade. Tijdens de zitting zal een aantal slachtoffers vertellen over hun verblijf bij de instellingen van De Goede Herder en hoe zij daar naar eigen zeggen hebben geleden.