Arend Moerman, een masterstudent aan de Universiteit Leiden heeft een 10 gekregen voor zijn afstudeeronderzoek waarin hij de chaotische interacties van drie zwarte gaten simuleerde. Het komt gemiddeld maar een keer in de tien jaar voor dat een student sterrenkunde het hoogst mogelijke cijfer krijgt, zegt Simon Portegies Zwart, hoogleraar Numerieke sterdynamica, die Moerman de 10 gaf.

Omdat interacties tussen drie lichamen zoals sterren, planeten of zwarte gaten niet met een elegante formule zijn te voorspellen, gebruikte Moerman een computer die steeds voor een korte tijd uitrekende wat er gebeurt en daarna die uitkomst weer gebruikt voor de volgende tijdspanne. Op die manier doen computers ook weersvoorspellingen.

Uit de simulaties blijkt dat lichtere zwarte gaten elkaar meestal wegslingeren, terwijl zwaardere vooral samensmelten. Zwarte gaten die lichter zijn dan ongeveer 10 miljoen zonmassa’s slingeren elkaar in de simulaties veelal weg. Zwarte gaten die zwaarder zijn dan zo’n 10 miljoen zonmassa’s smelten samen. Eerst twee, later volgt dan het derde zwarte gat. Die samensmelting komt doordat de zwarte gaten bewegingsenergie verliezen en dat komt weer doordat ze zwaartekrachtgolven uitzenden.

Portegies Zwart is trots op zijn pupil die hij omschrijft als een slimme vogel. „Het onderzoek van Moerman, dat een jaar duurde, heeft oog voor detail, is onafhankelijk, en heeft een wetenschappelijk interessant resultaat opgeleverd. Bovendien is hij ook nog eens een nuchtere en bescheiden jongen”, aldus de professor.

Moerman zocht naar een afstudeeronderwerp op het raakvlak van sterrenkunde, wiskunde en computerwetenschap. Begeleider Portegies Zwart bood hem de mogelijkheid voor deze combinatie. „Het programmeren trok mij aan”, vertelt Moerman op de site van zijn universiteit. „In het begin was het nog niet helemaal duidelijk wat ik moest doen. Ik moest de relativiteitstheorie in een bestaande code inbouwen, maar hoe en wat, stond nog niet vast. Maar dat maakte het juist leuk: ik had daardoor de vrijheid om te zoeken wat ik interessant vond en datgene te simuleren.”