Noem je jezelf een fervente theedrinker? Wedden dat je de kunst van het thee zetten toch niet helemaal onder de knie hebt? Gelukkig wijst Stijn Verbrugghe, theesommelier bij Or Tea?, je graag op je fouten tijdens een virtuele workshop. Deze vijf lessen hebben wij alvast onthouden.

Eerst water, de rest komt later
Het perfecte kopje thee zet je niet zomaar met kraantjeswater. Dat bevat te veel kalk en chloor. De subtiele aroma’s van thee komen immers het best tot uiting wanneer je zacht water gebruikt. Kies voor water met een droogrest – oftewel de witte aanslag die na het koken overblijft – van maximum 50 mg/l. Bij flessenwater vind je de droogrest op het etiket. Spa heeft bijvoorbeeld een droogrest van 38 mg/l.

Er wordt vaak gezegd dat losse thee beter is dan thee in builtjes. Dat is niet altijd waar. Zakjes die bestaan uit maïszetmeel hebben geen invloed op de smaak en zijn biologisch afbreekbaar. Vermijd echter builtjes van nylon of zakjes die gebleekt zijn. Die geven chemicaliën af die de smaak van de thee verpesten en vooral slecht zijn voor je gezondheid!

Te heet water verbrandt de theebladeren waardoor de thee bitter smaakt. Water dat het kookpunt bereikt heeft, verandert van samenstelling waardoor de kleur en aroma’s van de thee verloren kunnen gaan. Neem daarom een slimme waterkoker in huis waarbij je het gewenste aantal graden kan instellen. Bij witte en groene thee kies je een temperatuur van 70 à 80 graden. Zwarte thee vraagt om water van 80 à 90 graden.

Haal je de theeblaadjes er na enkele minuten al uit? Dan heb je water met een lekker smaakje maar zonder anti-oxidanten. Laat je thee dus minimaal 15 minuten trekken om alle gezondheidsvoordelen van het drankje mee te pikken.

Theeblaadjes verliezen snel hun aroma wanneer ze niet goed worden bewaard. Kies voor een luchtdichte verpakking. Losse thee kan je het best in een tinnen blik bewaren. Houd je theevoorraad weg van licht, lucht, vocht en warmte.