Lokale autoriteiten in het noordwesten van Cambodja hebben een man op de vingers getikt wegens zijn tuindecoratie: oude landmijnen en andere nog operationele munitie hingen aan een boom en lagen verspreid over zijn hof.

Zo’n dertigtal springtuigen, die nog steeds op scherp stonden, bengelden aan een tamarindeboom en lagen verspreid over de tuin van de man, zo verklaart een functionaris van het Cambodian Mines Action Center, een overheidsbedrijf dat instaat voor de opruiming van de mijnen.

Volgens diezelfde bron zou de munitie dateren uit de periode van de burgeroorlog, die in de jaren 90 tot een einde kwam. Van de aangetroffen landmijnen stond het merendeel nog steeds op scherp. Ze werden allemaal in beslag genomen en vernietigd.

De eigenaar van de ‘mijnenverzameling’ had vroeger een schroothandel. Hij had de mijnen aangetroffen in de rijstvelden en bossen nabij zijn huis en wou ze verkopen als oud ijzer. Toen de overheid de handel in landmijnen en ander springtuig verbood, wist de man niet meer wat hij ermee moest aanvangen.

Volgens een overheidsfunctionaris ging de man nadat het verbod in voege was getreden nog regelmatig op eigen houtje velden van andere dorpsbewoners ontmijnen tegen betaling, om de springtuigen vervolgens bij te houden. Hij woont in een gebied waar in de jaren 80 en 90 slag geleverd werd tussen de Cambodjaanse overheid en de communistische Rode Khmer-troepen.

In de Cambodjaanse bodem zouden zich naar schatting nog zo’n 4 tot 6 miljoen landmijnen en ander explosief materiaal bevinden. Volgens de Cambodian Mine Action and Victim Assistance Authority zouden landmijnen en ander explosief tuig tussen 1979 en 2019 19.780 dodelijke slachtoffers hebben gemaakt en bij nog eens 45.075 mensen letsels hebben toegebracht.
Foto