Soms gebeurt het dat nijlpaarden zoveel stront in hun rivier lozen dat de vissen stroomafwaarts er het leven bij laten. De vele bacterin die van de uitwerpselen smullen, nemen de zuurstof uit het water, waardoor de arme vissen sterven.

Als het hevig regent, kan je op de oevers van de Mara-rivier op de grens tussen Tanzania en Kenia getuige van een opmerkelijk schouwspel. Duizenden dode vissen spoelen dan aan land en worden vrijwel meteen opgegeten door wilde dieren die op de hoogte zijn van het feestmaal. De reden voor die massale sterfte: de stront die nijlpaarden stroomopwaarts in het water dumpen.

De rivier is een hotspot voor nijlpaarden, die daar komen uitrusten van een dag lang grazen op de vlaktes. Terwijl ze zweven in het water, laten de dieren uitwerpselen en urine los. Gemiddeld produceren ze zon 8.500 kilogram stront per dag. Dat bulkt van onder andere ammoniak, methaan, waterstofsulfide. Dat zijn chemische stoffen die het zuurstof uit het water halen.

Op een normale dag blijven de stoffen in de buurt van de nijlpaarden hangen, maar als het fel regent, legt het water een grotere afstand stroomafwaarts af. Dat stelt een nieuw onderzoek waarover The Altantic bericht. Ook daar zal het zuurstofgehalte in het water dalen, met de massale dood van de vissen tot gevolg.