Uit een aantal studies van midden jaren 2000 zou blijken dat je bij het maken van een moeilijke keuze – bijvoorbeeld de keuze van een huis of nieuwe auto – maar beter niet te veel moet nadenken. In plaats daarvan zou je beter even iets anders kunnen doen om zo het slimme onbewuste het probleem op te laten lossen. In een studie die deze week uitkomt in het wetenschappelijke tijdschrift Judgment and Decision Making en besproken wordt in Nature laten psychologen Mark Nieuwenstein en Hedderik van Rijn van de Rijksuniversiteit Groningen samen met collega’s van de Universiteit van Tilburg en Amsterdam zien dat het bewijs voor dit al even populaire als opmerkelijke idee allesbehalve betrouwbaar is.

In het onderzoek voerden Nieuwenstein en collega’s een zogeheten meta-analyse uit waarin de resultaten van maar liefst 69 studies naar het mogelijke bestaan van een onbewust denken effect zijn geanalyseerd en samengevoegd. In deze studies moesten proefpersonen op basis van een grote hoeveelheid informatie de beste van vier auto’s of appartementen kiezen. De ene groep proefpersonen kreeg de kans om een aantal minuten over hun keuze na te denken, terwijl de andere groep hun keuze moest maken nadat ze eerst een andere, ongerelateerde taak hadden gedaan. De uitkomsten van de meta-analyse lieten zien dat er na samenvoeging van deze 69 studies geen bewijs is voor het bestaan van het onbewust denken effect: de proefpersonen die hadden nagedacht over hun keuze presteerden net zo goed als de proefpersonen die eerst even waren afgeleid.

Deze uitkomst is te verklaren op basis van het idee dat de proefpersonen in beide groepen hun keuze al hadden bepaald tijdens de aanbieding van informatie over de keuzemogelijkheden. Daarbij bleek tevens dat de studies die de aanleiding vormden voor de hype omtrent het bestaan van het slimme onbewuste een vertekend beeld hadden opgeleverd omdat ze gebruik maakten van kleine groepen proefpersonen en daardoor onbetrouwbaar waren. De grotere, meer betrouwbare studies lieten het effect niet zien. Dit werd verder ondersteund door een grootschalig onderzoek dat Nieuwenstein en collega’s zelf uitvoerden met twee groepen van 200 proefpersonen. Zodoende lijkt het advies om bij moeilijke beslissingen vooral niet te hard na te denken waarschijnlijk toch niet zo verstandig.