Hommels zien er met hun dikke lijfjes en fijne vleugeltjes misschien wat onbeholpen uit: het zijn prima vliegers. Dat blijkt ook maar weer eens uit een nieuw onderzoek dat aantoont dat sommige hommels in staat zijn om op een hoogte van meer dan 9000 meter (oftewel: hoger dan de Mount Everest is!) te vliegen.
Het onderzoek is verrassend. Wanneer wij mensen een hoge berg beklimmen, krijgen we met allerlei problemen te maken. Het zuurstofniveau daalt, het wordt kouder en de lucht wordt ijler. Wanneer insecten tot grote hoogte stijgen, stuiten ze ook op problemen. Met name de beperkte luchtdichtheid is een probleem. Die zorgt er namelijk voor dat het insect moeilijker vooruit komt: zijn vleugels kunnen zich moeilijker afzetten in lucht met minder moleculen. Veel insecten kunnen dan ook maar tot een beperkte hoogte vliegen.
Maar de hommel hoort daar zeker niet bij, zo schrijven de onderzoekrs in het blad Biology Letters. De onderzoekers verzamelden enkele mannelijke hommels van de soort Bombus impetuosus. Van deze hommels was al bekend dat ze tot vrij grote hoogte konden vliegen. Zo vingen de onderzoekers de mannetjes die dienst deden als proefkonijn op een hoogte van 3250 meter.
De onderzoekers plaatsten de hommels in een speciale ruimte waarin ze onder meer het zuurstofniveau en de luchtdichtheid konden regelen. Vervolgens simuleerden ze de omstandigheden waar hommels op grote hoogte mee te maken konden krijgen. Diverse hommels bleken in staat te zijn om in omstandigheden horend bij een hoogte van meer dan 7400 meter te zweven. Drie exemplaren konden vliegen bij een luchtdruk die hoorde bij een hoogte van meer dan 8000 meter. En twee hommels bleken zelfs hoger dan 9000 meter te kunnen vliegen.

De onderzoekers keken ook hoe de hommels erin slaagden om met zo’n beperkte luchtdichtheid in de lucht te blijven. Ze ontdekten dat de hommels bredere slagen maakten met hun vleugels waardoor ze meer moleculen raken dan wanneer ze kleine slagen maken.