Vliegenmeppers zijn straks overbodig, als het aan evolutiebiologen uit Groningen ligt. Zij hebben het gen voor mannelijke ontwikkeling bij de huisvlieg geïdentificeerd. Daarmee willen ze mannetjes onvruchtbaar maken. Het lukte tot nu toe voor geen enkel insect om het 'mannen-gen' te vinden, meldt de Rijksuniversiteit Groningen dinsdag. De ontdekking kan bruikbaar zijn bij een milieuvriendelijke bestrijding van deze ziekteverwekkende vlieg en wellicht ook van muggen. De kennis over de genetica van geslachtsbepaling in de huisvlieg kan bijdragen aan het ontwikkelen van milieuvriendelijke bestrijdingsmethoden van het plaaginsect. De wetenschappers hebben al steriele mannetjes geproduceerd van de schadelijke mediterrane fruitvlieg, die dus geen nakomelingen kunnen verwekken. Als die dieren losgelaten worden in de natuur, sterven ze mogelijk langzaam uit. Om dat mogelijk te maken, moeten de onderzoekers echter eerst kijken naar hoe het geslacht precies vastligt in de chromosomen. Dat werkt bij Nederlandse huisvliegen hetzelfde als bij de mens en de meeste andere diersoorten, maar mediterrane huisvliegen hebben iets bijzonders. Mannelijke huisvliegen in het zuiden van Europa hebben geen Y-chromosoom, dat bij de meeste dieren zorgt dat mannelijke embryo's ontstaan.
De vreemde vliegen hebben hun mannelijkheid dus op een ander chromosoom, maar waar precies is tot nu toe onduidelijk. Die plek wordt daarom het neo-geslachtschromosoom genoemd. Waarom deze unieke strategie van geslachtsbepaling is ontstaan, is een van de vragen die de onderzoeksgroep hoopt te beantwoorden. Onderzoeksleider Leo Beukeboom vertelt: "Bij de mens wordt het mannelijk geslacht bepaald door het zogeheten SRY-gen, dat al ongeveer 150 miljoen jaar geleden is ontstaan in de evolutionaire lijn van de zoogdieren. We willen de verschillen tussen vrouwelijke en mannelijke huisvlieg-genen gaan meten bij verschillende temperaturen."
"Het gen voor mannelijkheid op het Y-chromosoom werkt mogelijk niet goed bij hogere temperatuur. Daardoor ontstaat natuurlijke selectie ten gunste van nieuwe genen voor mannelijkheid en dit zou kunnen leiden tot het ontstaan van nieuwe geslachtsgenen op andere chromosomen.