Zakenman Joep van den Nieuwenhuijzen hoeft helemaal niets meer terug te betalen aan de Nederlandse Staat.

Eerder nog claimde het Openbaar Ministerie 111 miljoen euro bij de voormalige 'bedrijvendokter'. Dat bedrag was inmiddels gezakt tot 13 miljoen euro. Maar ook die 13 miljoen hoeft Van den Nieuwenhuijzen niet te betalen, heeft het gerechtshof in Den Haag bepaald.

Volgens het hof heeft het OM een cruciale fout gemaakt. De rechtszaak tegen de zakenman is per direct gestopt. "Wat ik in de loop van de procedure heb meegemaakt met het OM is ongelooflijk", reageert Van den Nieuwenhuijzen opgelucht bij Rijnmond. "Het is goed dat we in Nederland zulke goede rechters hebben, die tegen de overheid in durven te gaan."

De uitspraak van het Haagse gerechtshof vormt het (voorlopige) eindstuk van jarenlange procedures tegen de Rotterdamse zakenman. Van den Nieuwenhuijzen, voormalig 'bedrijvendokter' en directeur van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij (RDM), werd in 2013 veroordeeld voor omkoping en faillissementsfraude.

Van den Nieuwenhuijzen zou toenmalig directeur van het Rotterdamse Havenbedrijf Willem Scholten voor ruim een miljoen euro hebben omgekocht. In ruil daarvoor kreeg hij ruim 180 miljoen euro aan dubieuze bankgaranties. Daarmee wist hij voor tientallen miljoenen euro's aan leningen af te sluiten voor de RDM.

Na de veroordeling in 2013 kondigde het OM een ontnemingsvordering aan van 42 miljoen euro. Dat was het geld dat Van den Nieuwenhuijzen volgens het OM in eigen zak zou hebben gestoken en dus moest terugbetalen. Deze claim was gebaseerd op de faillissementsfraude; RDM was in 2004 failliet verklaard.

Maar in 2015 werd de zakenman in hoger beroep vrijgesproken van faillissementsfraude. Het OM kwam daarom met een nieuwe claim, die niet meer stoelde op faillissementsfraude maar op omkoping. Ook werd de vordering verhoogd, tot een bedrag van 111 miljoen euro.

De rechter in Rotterdam verklaarde deze 'kaalpluk-vordering' eerst ongeldig, maar het gerechtshof dwong de rechtbank de zaak alsnog te bekijken. Dat leidde in 2020 tot het opleggen van een boete voor omkoping van 13 miljoen euro.

Van den Nieuwenhuijzen ging opnieuw in hoger beroep en daar heeft de zaak nu een opvallende wending genomen. Allereerst stelt het hof dat de claim aanvankelijk jarenlang over faillissementsfraude ging en dat de plotselinge overgang naar 'omkoping' niet door de beugel kan. Het hof noemt dat in strijd met de beginselen van een eerlijk proces, zoals die in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens staan vastgelegd.

Daarnaast ziet het gerechtshof nog een groot probleem: de stukken waarop het OM de claim heeft gebaseerd, zijn deels vernietigd en deels teruggegeven aan 'derden', zoals failliet verklaarde vennootschappen, accountants en curatoren. "Die stukken kunnen gegevens inhouden die ten voordele van de betrokkene kunnen strekken", zegt het hof. Met andere woorden: als Van den Nieuwenhuijzen wil aantonen dat hij geen privévoordeel heeft genoten van de omkoping, is het mogelijk dat die dossiers niet meer te vinden zijn.

Het gerechtshof in Den Haag spreekt ook in dit geval van "een onherstelbare inbreuk op het recht op een eerlijk proces" en verklaart het OM daarom niet-ontvankelijk. Van den Nieuwenhuijzen hoeft niets te betalen.

Van den Nieuwenhuijzen spreekt in een reactie van "een helder vonnis waarin alles voortreffelijk wordt uitgelegd". Hij hekelt de werkwijze van het Openbaar Ministerie "Die 112 dozen met stukken lagen opgeslagen bij de FIOD in Haarlem. Wegens ruimtegebrek wilden ze dat opruimen en het OM zei 'prima'. Ondanks dat ze wisten dat het voor mijn zaak van belang kon zijn. Het is willens en wetens gebeurd."

Van den Nieuwenhuijzen waakt er nog voor om de champagneflessen te openen. "Het OM kan nog in cassatie gaan bij de Hoge Raad, dat wacht ik rustig af", zegt hij.