Pas als de elektrische auto een stuk goedkoper wordt, kan hij echt het straatbeeld gaan domineren. Maar dat zit er voorlopig niet in. Sterker nog, de stekkerauto wordt alleen maar duurder.

Net als benzineauto's zijn elektrische wagens in een jaar tijd geëxplodeerd in prijs. Kostte een Renault Zoë een jaar geleden nog 32.600 euro, nu betaal je er 38.125 euro voor. Nog extremer is de prijssprong van een Kia EV6: die ging van een kleine 44.000 euro naar 61.590 euro. De Volkswagen I.3 werd ruim 15.000 euro duurder. Dit is nog voor de inflatie zijn intrede deed.

Analysebureau Jato Dynamics liet een jaar geleden al zien dat elektrische auto's in een decennium met een derde in prijs zijn gestegen: van gemiddeld 33.292 euro in 2012 naar 42.468 euro vorig jaar. Dit jaar kwam daar nog eens bijna 20 procent bij. Een elektrische auto kost nu gemiddeld bijna 51.000 euro.

Daar krijg je ook wel wat voor terug. Het rijbereik van een volle accu is fors toegenomen en ook op andere vlakken zijn de elektrische auto's sterk verbeterd. Maar ze zijn - en blijven - duur. Dat komt onder meer doordat de prijs van lithium en kobalt, twee cruciale grondstoffen voor accu's, sterk is gestegen, omdat de mijnen de vraag niet kunnen bijbenen. Ook in het algemeen stuwen de grote vraag naar elektrische auto's en het achterblijvende aanbod de prijs verder op.