De oceanen slibben dicht met plastic. Dat schaadt de natuur en uiteindelijk ook de mens, waarschuwt het Wereld Natuur Fonds, dat oproept tot een bindend VN-verdrag.

De schade door plasticvervuiling van de zee is aan het einde van deze eeuw onherstelbaar, waarschuwt het Wereld Natuur Fonds (WWF). Dat maakt zich allereerst zorgen om de biodiversiteit nu plankton, vissen, schildpadden en zeevogels steeds vaker stukjes plastic in hun lijf hebben of erin verstrikt raken en koraalriffen en mangrovebossen ermee verstopt raken. Maar uiteindelijk bereiken de minuscule plasticdeeltjes in de oceanen ook de mens.

Nu al worden de ecologische drempelwaarden voor microplastics overschreden in de Middellandse Zee, de Oost-Chinese en de Gele Zee en de Noordelijke IJszee. Jaarlijks komt 10 miljoen ton plastic in de oceaan terecht. Als we zo doorgaan is de plasticvervuiling in het jaar 2050 verviervoudigd, staat in het rapport Impacts of plastic pollution in the ocean on marine species, biodiversity and ecosystems, dat dinsdag verschijnt. Het Duitse Alfred Wegener Instituut heeft hiervoor 2592 onderzoeken geanalyseerd op de effecten van plasticvervuiling in de oceanen.

Er moeten snel maatregelen worden genomen, te beginnen met een bindend verdrag van de Verenigde Naties, stelt het WWF. Daarmee kan een begin worden gemaakt tijdens de top van het VN-Milieuprogramma die 28 februari begint in de Keniase hoofdstad Nairobi.

De Europese ruimtevaartorganisatie ESA werkt aan satellieten die rond de aarde cirkelen om plastic in de wereldzeeën te detecteren. Vanuit de ruimte zou meer zicht op het plastic moeten zijn dan vanuit een boot op het water, is de gedachte. In de eerste fase van het onderzoek, die vorige week is afgerond, zijn in een groot bassin bij instituut Deltares in Delft golven van de Atlantische oceaan nagebootst, waarbij de meetapparatuur stukken plastic moest opsporen.

“Grote stukken plastic waren duidelijk te detecteren, dus zijn we steeds kleinere deeltjes plastic in het bassin gaan gooien”, vertelt Peter de Maagt van ESA. De deeltjes varieerden van plastic flessen, tot piepschuim en rietjes, en daar dan soms ook weer de helft of een kwart van. Hoe meer deeltjes bij elkaar in het bad, hoe makkelijker de meetapparatuur ze oppikte. Maar dat lukte ook bij kleine hoeveelheden. Er volgen meer testen bij Deltares, waarna de meetapparatuur met een drone of vliegtuig op een meer of de Noordzee zal worden getest.

“Plastic is een handig product, maar we gaan er net zo onvoorzichtig mee om als met het klimaat: we wachten met ingrijpen tot het te laat is”, zegt Oskar de Roos, plasticexpert van WWF Nederland. “We weten wat er aan de hand is, maar net als bij de opwarming van de aarde kijken we naar elkaar wie wat doet, en laten het gebeuren.”

Opruimacties in zee hebben maar heel beperkt effect, legt De Roos uit. “Slechts 1 procent van het plastic blijft drijven, 99 procent zakt omlaag, verbrokkelt tot nanodeeltjes die we niet meer kunnen zien. Zelfs op 10 kilometer diepte wordt inmiddels plastic gevonden en daar hebben bijna alle diersoorten last van. Maar ook de mens ademt, eet en drinkt plastic, tot wel een creditkaart per week.”