DE MEERN - Op 25 augustus raakte poes Pumba uit De Meern vermist. Tot eind november leek het erop dat de kat nooit meer gevonden zou worden. Toen bleek Pumba ineens te zijn gevonden, maar toch ziet haar oude baasje Yvon Boot de poes waarschijnlijk nooit meer terug.
Pumba is een simpele boerderijkat, vertelt Yvon Boot. Wit, met gekleurde vlekjes. Overdag was ze meestal buiten, 's avonds kwam ze eten en bleef ze binnen. Toen ze vermist raakte schakelde Boot Amivedi Vleuten De Meern in, de lokale afdeling van de stichting die zich bezig houdt met de opsporing van vermiste huisdieren. "Daar is ze als vermist opgegeven en we hebben ook foto's opgestuurd."
Ook zette ze oproepen op social media en verspreidde ze affiches in het dorp. "Om zoveel mogelijk bereik te krijgen." Het leek allemaal niet te helpen. Pumba bleef weg, zusje Simba alleen achterlatend.
Totdat een oplettende dierenvriend op Facebook een bericht voorbij zag komen van Dierenambulance Stichtse Vecht. Zij was zo alert om het verband te leggen met Pumba uit De Meern, zo'n 25 kilometer verderop. Omdat de Amivedi-systemen uit die gemeenten niet gekoppeld zijn, was Pumba door de mazen van het dierenopsporingsnet geglipt.
Kat in het bakkie
De Dierenambulance bracht Pumba naar het dierenasiel in Utrecht. Yvon Boot met een kattenmandje naar Utrecht om Pumba weer mee terug te nemen naar De Meern. Kat in het bakkie, zou je zeggen. Maar omdat Pumba langer dan twee weken in de opvang had gezeten, was het Dierenasiel op zoek gegaan naar een ander gezin. En die was zeven dagen daarvoor gevonden. Pumba heette al een week geen Pumba meer.
Het Dierenasiel Utrecht heeft niks anders gedaan dan wat ze altijd doen, vertelt directeur Bart Dielessen. Een gevonden dier wordt afgegeven, het asiel verzorgt het beestje en als er dan binnen twee weken niemand komt om het op te halen wordt er gezocht naar een nieuw onderkomen. "Dat is de wettelijke verplichting", zegt Dielessen. "Na veertien dagen ben ik de eigenaar en mag ik gaan herplaatsen. Meer dan dat doen we niet."
Het is dan ook de bedoeling dat de eiganaar zelf op zoek gaat naar een vermiste kat, zegt Dielessen. Hij heeft bovendien helemaal geen ruimte om honden, katten, cavia's en woestijnratten langer dan twee weken bij zich te houden. "Dat zul je wel begrijpen als je 700 dieren op jaarbasis doet, dat het niet eeuwen op de eigenaar kan blijven wachten natuurlijk. Deze is pas na een week of vier, vijf pas herplaatst. Dat is in november geweest en zij was hem in augustus al kwijt."
Chippen, chippen, chippen
Het had allemaal voorkomen kunnen worden als de kat was gechipt, dat zegt Dielessen van het asiel en dat zegt de Dierenbescherming ook. "Dan is de kans heel groot dat als het dier goed geregistreerd staat, het beestje gezond en wel bij het baasje kan worden teruggebracht", zegt Carmen Silos van de Dierenbescherming.

Voor honden is een chip al verplicht, voor katten komt die verplichting er ook zo snel mogelijk als het aan de Dierenbescherming ligt. "Er is een toezegging, maar het is nog niet officieel geregeld dat het verplicht is. Dat wordt aan gemeenten overgelaten, maar je zult begrijpen: een kat houdt zich niet aan gemeentegrenzen."
Pumba was inderdaad niet gechipt, geeft Yvon Boot toe. "Voor ons huis is altijd een drukke weg geweest, waar veel bussen rijden. Helaas leefden onze poezen niet lang, zeg maar." Het had dus weinig zin om te chippen, aldus Boot. "Acht tot twaalf" poezen sneuvelden op de drukke autoweg. "Nu hebben we wel zoiets van: het is veel rustiger qua verkeer dus laten we wel chippen."

Een hereniging met de kat die voorheen bekend stond als Pumba zou voor Yvon Boot het allermooiste zijn. "We hopen in ieder geval dat de nieuwe eigenaren dit verhaal horen. En hopelijk begrip hebben en haar teruggeven, omdat wij vijf en een half-jaar al deze poes hebben en er ook nog een zusje-poes in het spel is. En die mist haar gewoon heel erg."
Het Dierenasiel Utrecht heeft het verzoek gekregen van Boot om contact op te nemen met de nieuwe eigenaren. Directeur Dielessen weigert dat. "Als ik dat ga doen, dan hebben de mensen geen vertrouwen meer in het asiel." Wie eenmaal een geschikt dier heeft gevonden bij asiel, moet er op kunnen vertrouwen dat die niet kan worden teruggehaald. "Ga bij jezelf maar eens na. Ik weet niet of je van dieren houdt, maar als je in volle overtuiging voor zo'n diertje bent gegaan dan heb je na vijf weken al wel een band met zo'n beestje."