Eén van de belangrijke maatregelen die we in acht moeten nemen om geen coronabesmetting op te lopen, is om ons gezicht niet aan te raken. Dat is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan, aangezien we het vaak onbewust doen als we even het haar uit onze ogen strijken of moeten krabben. Toch is de hoofdreden waarom we niet van ons gezicht kunnen afblijven vreemd genoeg omdat we aan onze handen willen ruiken.

We doen er goed aan om de coronamaatregelen zo strikt mogelijk na te volgen. Een Franse studie uit 2006 geleid door professor Valerie Curtis wees immers uit dat 25% van de ademhalingsziektes overgedragen wordt door mensen die hun gezicht aanraken. Toch kunnen we het vaak niet laten, want volgens verschillende gedragsstudies doen we het maar liefst 23 keer per uur.

Waarom we dat gedrag zo vaak stellen, heeft te maken met onze reukzin. Niet enkel honden ontdekken de wereld door hun neus, maar ook mensen leren heel veel door te ruiken. Bijna elke keer dat we ons gezicht aanraken, snuiven we aan onze handen. Onderzoekers van het Weizmann Institute of Science in Israël stellen dat we daardoor feromonen of chemische signalen oppikken van mensen in onze nabije omgeving. Doctoranda Eva Mishor en haar collega’s zochten uit waarom we het doen in hun onderzoek dat in april dit jaar gepubliceerd werd in het tijdschrift Royal Society.

Mensen blijven zoogdieren en door te ruiken, kunnen we veel leren over de mentale en fysieke gezondheid van onze soortgenoten. De informatie die we daardoor binnenkrijgen, kan zelfs onze indruk van personen bepalen. Mishor stelt namelijk dat we iemand automatisch minder vertrouwen als we bij hen stresszweet ruiken, dat vrijkomt bij angst. Dat gebeurt instinctief, omdat geuren verwerkt worden door hersendelen die herinneringen en emoties reguleren, en niet onze bewuste gedachten.

Vooral na een handdruk ruiken we vaak aan onze handen en daarbij verwerken onze hersenen heel wat gegevens. Je kan denken dat jij je daar niet schuldig aan maakt, maar we doen het heimelijk en vaak onbewust. Dat wees het experiment van Mishor uit, waarbij 160 proefpersonen alleen in een kamer werden gezet voor observatie en gefilmd werden zonder dat ze wisten dat ze bekeken werden. Ze werden telkens gadegeslagen drie minuten voor en drie minuten nadat een onderzoeker de kamer binnenkwam om hen een hand te geven. In beide gevallen brachten de personen hun handen in de buurt van hun gezicht en neus en die hielden ze daar 22% van de tijd.

Zelfs nu we door de coronamaatregelen, zoals social distancing, niet nabij anderen komen, blijven we aan onze eigen handen ruiken. Ook bij onszelf kunnen we door onze reukzin veel opsteken over onze mentale gezondheid en onze stemming. De actie is vergelijkbaar met in een spiegel kijken. Die gebruiken we om te bekijken of we er degelijk uit zien, terwijl we door te ruiken te weten kunnen komen of we geen last hebben van een slecht geurtje. Bovendien worden we er rustig van, omdat we met iets vertrouwds geconfronteerd worden

Toch zijn onze handen niet het enige waaraan we ruiken. Uit een enquête die Mishor afnam bij 404 personen blijkt dat 94% toegaf soms aan zichzelf te ruiken. Aangezien dat bewust en zelfgerapporteerd gedrag was, ligt het echte cijfer waarschijnlijk nog veel hoger. Na de bevraging werden cirkeldiagrammen opgesteld en die wezen uit dat 53% vaak aan de eigen partner rook en zelfs 67% van de vrouwen vaak aan hun eigen kind, tegenover 45% mannen. Ook meer taboe lichaamsdelen werden gerapporteerd. 44% beweerde namelijk soms aan de eigen oksels te ruiken en 25% van de mannen in vergelijking met 15% van de vrouwen aan hun handen nadat ze hun kruis hadden aangeraakt.