Zeven uur heen, zeven uur terug. Een man in de Amerikaanse staat Alaska vaart wekelijks in totaal veertien uur op en naar een groothandel, waar hij zijn boot volpropt met voedingswaren. Alles voor de bewoners van zijn dorpje.

De 39-jarige Toshua Parker heeft de enige winkel in Gustavus, een afgelegen dorpje zonder wegen en met 400 inwoners. Vóór de coronacrisis werd zijn voorraad door een pont gebracht, maar sinds de pandemie is de dienst stilgelegd.

Omdat hij zijn dorpsgenoten niet wilde laten verhongeren, besloot Parker zelf een boot te kopen voor de reis naar een groothandel in de plaats Juneau. Een probleem: die ligt 80 kilometer verderop.

Maar de Amerikaan liet zich niet afschrikken door de afstand. Wekelijks vaart hij op en neer. Bij de groothandel laadt hij soms voor 30.000 dollar aan voedselwaren aan boord.

Parker wordt geholpen door lokale vissers. Bij elke trip naar de groothandel zijn er vijftien mensen aan boord om hem te helpen met het tillen van kratten en dozen. "We zouden de grootste idioten kunnen worden óf de helden van het dorp", zei Parker tegen de New York Post over de aanvang van zijn plan. Het werd het laatste.

"Toshua heeft het dorp min of meer gered", zegt de burgemeester van Gustavus. "Ik weet niet wat we zonder hem hadden gemoeten. Parker zelf zegt zolang het nodig is door te gaan met zijn tripjes. "We zullen moeten wennen aan het nieuwe normaal."