Op een dag was er een lunch met de koning en koningin en een aantal bekende Nederlanders. Schrijver Peter Buwalda mocht ook aanschuiven. Hij dacht dat de koning een saaie man was. Maar hij schrijft het volgende over de lunch: “Maar dat bleek niet het geval. Eigenlijk hebben we een opvallend geestige koning. Dat wil ik hier wel even lekken. W-A maakte de ene goeie grap na de andere. Precies weet ik ze niet meer, het is drie jaar geleden, maar toen de Docente van het Jaar, een dame van middelbare leeftijd, aan hem vertelde dat ze in de avonduren sociologie studeerde, zei de koning: ‘Dat wordt dan een fijne langstudeerboete.’

Na de lunch namen we afscheid. Ik gaf een keurig handje, maar Ali B. deelde de koning een hug uit. Verschil moet er wezen. W-A deed alsof hij zijn buddy fouilleerde. ‘Je hebt toch geen tafelzilver gejat, hè, ouwe kut-Marokkaan?’, zei hij breedlachend.”