Lastig. Pasen valt het ene jaar vroeg, het volgende weer laat. Als het aan de aartsbisschop van de Anglicaanse kerk ligt wordt hij het met Katholieke en Koptische kerk eens over een vaste datum.

Het is Pasen op de zondag na de eerste volle maan in de lente, zo werd bepaald in het jaar 325. Dat was nog in de tijd van het Romeinse Rijk. Er werd niet gekozen voor een vaste datum en daar zitten we nu nog steeds mee.

Pasen kan op zijn vroegst vallen op 22 maart en op zijn laatst op 25 april. Eind maart kan het nog sneeuwen en eind april zit je, met een beetje geluk, in het zonnetje buiten.

Omdat Pasen in een periode van maar liefst bijna vijf weken kan vallen is het lastig om er mee rekening te houden, je moet of in je agenda kijken of ergens op internet.

Mochten de vertegenwoordigers van de drie kerken eruit komen, dan is er nog altijd niet één dag (of twee dagen) waarop Pasen wordt gevierd. In het jaar 1582 wijzigde paus Gregorius XIII de kalender, maar die werd niet overgenomen door de Orthodoxe kerken, zoals de Russisch-orthodoxe kerk (maar wel weer door de Grieks-orthodoxe kerk, om het gemakkelijk te maken).

In West-Europa en een groot deel van de rest van de wereld houden we de Gregoriaanse kalender aan en niet meer de Juliaanse.

Misschien kunnen Canterbury (waar het hoofd van de Anglicaanse kerk) zit, Rome en Cairo (hier zit de Koptisch-orthodoxe kerk) enerzijds en Moskou (waar de patriarch van de Russisch-orthodoxe kerk zit) anderzijds het ook eens worden. Een probleempje, de Russisch-orthodoxen en Rome liggen al sinds het jaar 1054 met elkaar overhoop.

Wat zou het mooi zijn als Pasen lekker laat in het voorjaar zouden vallen, meer kans op goed weer!

Tot de heren (het zijn alleen heren) er uit zijn, moeten wij ons behelpen met paaseieren, ze liggen al weer in de winkel.