Dokters zijn het er roerend over eens: vrouwen roken tijdens de zwangerschap best niet. Maar ook de vaders van morgen gooien hun pakje sigaretten beter in de vuilnisbak. Volgens een Nederlandse studie heeft het rookgedrag van mannen immers een negatieve invloed op het eigen DNA en dat van hun nageslacht.
Tot deze conclusie kwam gezondheidswetenschapper Joost Linschooten van de Universiteit van Maastricht. De Nederlander wilde nagaan in welke mate de levenstijl van de vader een invloed heeft op levensbedreigende aandoeningen bij het kind. Voor zijn studie nam hij vragenlijsten en bloedstaaltjes af van 81 Noorse vader-moederkindtrio’s.
Waar de DNA-schade bij de kinderen precies toe leidt, moet nog verder onderzocht worden. Maar Linschooten voorspelt er zeker van dat roken afwijkingen en ziektes bij het kind veroorzaakt, “Het rookgedrag van de vader kan verklaren waarom meer en meer kinderen op jonge leeftijd slachtoffer worden van leukemie”. Opvallend is dat in de lagere inkomensgroepen de situatie het zorgelijkst is.
Linschooten besluit dat vanaf het moment een koppel aan kinderen denkt, ze best beiden hun laatste sigaret doven. “Bovendien”, zegt Linschooten, “is het negatieve effect onafhankelijk van de hoeveelheid dat je rookt.” Eén sigaretje kan dus wel degelijk kwaad.