UTRECHT - Na een jarenlange afname zijn vorig jaar weer meer universitaire studenten op kamers gaan wonen. Is er licht aan het aan einde van de kamernoodtunnel? Zeker niet, zegt studentenvakbond LSVb. Het ouderlijk huis verlaten is lang niet voor iedereen weggelegd.

Rick Kloosterman weet daar alles van. "Ik slaap hier de komende dagen nog bij vrienden, maar daarna moet ik vier keer per week met de trein pendelen tussen mijn ouderlijk huis in het Groningse Zuidhorn en Utrecht", vertelt de 21-jarige student Natuurwetenschap en Innovatiemanagement. "Dat is dus drie uur heen en drie uur terug. Ik denk dat ik er na twee weken helemaal gek van word."

In zijn eerste, door corona overschaduwde, studiejaar lukte het Rick nog om tijdelijk wat woonruimte onder te huren, maar een vaste plek heeft hij daarna nooit gevonden. Niet dat hij stilzit en afwacht. Al meer dan 150 keer reageerde hij op een kamer. "Ik heb een paar keer gehospiteerd en ik sta ingeschreven bij Kamernet en bij Ad Hoc (antikraak). Verder heb ik veel in Facebookgroepen gereageerd. Wel was ik net te laat met mijn inschrijving bij studentenhuisvester SSH."

Rick hoeft niet eens per sé in Utrecht te wonen. "Ik zoek ook in gemeenten buiten de stad en ben best bereid om tijdelijk in Almere of Amsterdam te wonen om vanaf daar verder te zoeken. Dan hoef ik in ieder geval niet zoveel te reizen."

Het verhaal van Rick is nog altijd exemplarisch, stelt studentenvakbond LSVb. "Helaas kunnen heel veel studenten geen betaalbare kamer vinden, zeker in een populaire stad als Utrecht is de situatie ernstig. Heel erg zonde, want op kamers gaan is een belangrijke stap in je persoonlijke ontwikkeling en het zelfstandig worden", zegt voorzitter Ama Boahene.

Toch zijn er studenten die wel mazzel hebben. De 19-jarige Veerle Cox bijvoorbeeld, die ook Natuurwetenschap en Innovatiemanagement gaat studeren. "Ik heb een kamer gevonden in Sterrenwijk", vertelt ze opgetogen. "En ik heb niet eens heel actief gezocht. Ik heb me wel ingeschreven bij de SSH, maar dat was meer voor de lange termijn."

Verder heeft ze een paar keer gehospiteerd en gereageerd op berichten in Facebookgroepen, waarin studentenhuizen zoeken naar huisgenoten. "Maar ik was daarna op vakantie en ben er toen niet meer zoveel mee bezig geweest. En nu heb ik ineens voor 350 euro per maand een kamer gevonden via iemand van mijn studentenroeivereniging Triton. Heel fijn, want ik hoef nu niet op en neer te reizen vanaf mijn ouderlijk huis in Wageningen."

Het CBS becijferde dat afgelopen studiejaar bijna 26.000 wo-studenten vanuit hun ouderlijk huis naar een universiteitsstad verhuisden om daar op zichzelf te gaan wonen. Dat is een trendbreuk, want in de drie jaar ervoor namen telkens zo'n 22.000 universiteitsstudenten die stap.

Een van de verklaringen die het CBS eerder gaf voor het feit dat studenten gemiddeld langer bij hun ouders bleven wonen, was de invoering van het leenstelsel in 2015. Mogelijk is de bodem van die dalende lijn nu dus bereikt. Daar moet wel bij worden aangetekend dat de cijfers nog maar voorlopig zijn en dat bijvoorbeeld hbo-studenten buiten beschouwing zijn gebleven.

Het aantal studenten dat uit huis ging om op zichzelf te gaan wonen in een universiteitsstad nam niet alleen absoluut, maar ook relatief toe, stelt het CBS. In Utrecht was sprake van een stijging van 31 procent. De toename hangt onder meer samen met de stijging van het aantal inschrijvingen aan universiteiten en vanwege corona uitgestelde studies in het buitenland, stelt het CBS. De LSVb ziet nog een andere belangrijke oorzaak. "Door de pandemie waren er veel minder internationale studenten en expats en bleef er meer ruimte over."

Volgens de LSVb moet er veel meer ingezet worden op het creëren van betaalbare kamers. "Zeker ook in Utrecht, waar we er duizenden tekort komen. Veel studenten zijn bovendien de helft van hun inkomsten kwijt aan huur, terwijl ze vaak ook studieschulden hebben van 30.000 tot 50.000 euro."

De gemeente Utrecht onderkent de kamernood en verwacht dat de vraag alleen maar zal toenemen. Met SSH en verschillende onderwijsinstellingen wordt sinds vorig jaar ingezet op het realiseren van studenteneenheden. Vorig jaar zijn er netto 1.245 bijgekomen en de komende jaren zullen er nog eens 3.400 worden toegevoegd. Het doel is om 5.500 studenteneenheden gerealiseerd te hebben in 2025.