De Universiteit van Antwerpen onderzoekt hoe lang het duurt voordat plastic afval vanuit de Belgische Schelde, via de Westerschelde, in de Noordzee terechtkomt. In december werden bijna 1000 genummerde plastic objecten in het water gegooid. Het zou zomaar kunnen dat je één van die opvallend gele voorwerpen aantreft aan de oevers van de Westerschelde.

"Gooi het niet weg, want het is belangrijk voor het onderzoek", vertelt Bert Teunkens van de Universiteit van Antwerpen. Op de plastic voorwerpen staat een QR-code met instructies waarop wordt gevraagd om het object te registreren op een speciale website. Het is de bedoeling dat je onder andere de vindplaats aangeeft, waardoor de onderzoekers kunnen zien hoe lang het object er over heeft gedaan om op die locatie te komen. Daarna gooi je het object weer in het water waar je het hebt gevonden.

Tot nog toe is nog maar tien procent van objecten teruggevonden, waarvan één in de buurt bij Vlissingen. Volgens onderzoeker Bert Teunkens blijkt uit de eerste resultaten dat het erg lang duurt voordat plastic afval uiteindelijk in zee terecht komt.

Begin juli zullen de onderzoekers een nieuwe lading flessen in de Schelde gooien. Daarbij wordt naast de gele objecten met QR-codes ook een nieuwe techniek gebruikt. "We gaan werken met een akoestisch netwerk", vertelt Teunkens. "Dat netwerk is aanwezig in de Schelde en aan de kust en dient oorspronkelijk om het migratiegedrag van vissen in kaart te brengen. We hebben nu de zenders in plaats van aan vissen, aan flessen bevestigd."

Plasticsoep
De nieuwe techniek dient om nog meer inzicht in de beweging van plastic in de rivier te krijgen. Met dit onderzoek hoopt de Universiteit van Antwerpen in de toekomst iets te kunnen doen aan de plastic soep die in de Oceanen drijft.