De zomer is voor veel wetenschappers de ideale periode om veldwerk te gaan doen. Wij praten iedere week met een van hen. Deze week: hoogleraar stadsgeografie (en kattenmens) Rivke Jaffe. Ze verblijft deze week in Kingston (Jamaica) voor een onderzoek naar hoe honden gelijkheid vergroten of verkleinen.

aarom ben je in Kingston?

‘Ik doe onderzoek naar hoe honden ongelijkheid reproduceren. Kunnen honden bijvoorbeeld racistisch of seksistisch zijn? En welke ideeën dragen mensen over op honden? Ik had precies deze week ingepland voor veldwerk zodat ik een training van legerhonden kon bijwonen, maar zoals het zo vaak bij veldwerk gaat, gaat het niet zoals gepland. De kennel is nog niet klaar en dus zitten de honden nog in de Verenigde Staten.

Ik doe al lang onderzoek in Jamaica. Tijdens mijn studie wilde ik eigenlijk naar Haïti, maar dat mocht destijds niet van de universiteit. Jamaica was mijn back-up. Blijkbaar wist de universiteit niet dat Kingston toen veel gevaarlijker was dan Haïti. Sindsdien heb ik er veel onderzoek gedaan: eerst naar milieuproblematiek, daarna naar criminele organisaties en kort geleden naar private beveiligingsbedrijven.’

Hoe ziet een dag eruit?
‘Ik ben hier maar een week en diep vanbinnen voel ik dat het niet voldoende is voor klassiek-etnografisch veldwerk. In het verleden heb ik dat wel gedaan: dan verblijf je een paar maanden in een wijk, loop je rond, en spreek je met inwoners, politieagenten, politici, alle belanghebbenden. Dat kan niet in een week.

Toch heb ik niet de hele week vol gepland met interviews, omdat ik juist veel alledaagse activiteiten wil meedoen. Ik verblijf nu in een appartement in de tuin van een rijk gezin. Toevallig kwam daar gisteren een huisvriend langs die ex-legercommandant is. Hij woont downtown en gaat iedere dag de restaurants langs om etensresten op te halen en die vervolgens in een parkeergarage uit te delen aan straathonden. Vanmiddag mag ik mee. Ik ga vandaag ook nieuwe puppy’s bekijken bij een privaat beveiligingsbedrijf dat ik van mijn vorige onderzoek nog kende, en kan misschien morgen nog mee op hondenpatrouille bij een ander bedrijf. Er zijn interviews natuurlijk, maar ik probeer ook informeler met mensen af te spreken om bij te praten, en op nieuwe mogelijkheden te worden geattendeerd; noem het serendipity. Veel Jamaicanen praten graag en hebben sterke meningen, je komt makkelijk veel te weten en wordt snel aan nieuwe mensen geïntroduceerd.’

Wat ga je met de resultaten doen?

‘Als ik terugkom in Amsterdam is er volgens mij eerst een heel lange lijst met andere zaken die aandacht vragen. Misschien is dit soort veldwerk wel niet geschikt voor hoogleraren. Ik kan – totdat ik een sabbatical heb – niet gemakkelijk de tijd vrijmaken om systematisch alle data die ik heb verzameld te ordenen, uit te werken en te analyseren.

Dit najaar heb ik een paar conferenties waar ik de voorlopige resultaten van deze week en eerder veldwerk ga presenteren. Dat zijn conference papers, dus wat kortere artikelen. Uiteindelijk is het grote einddoel om de komende vijf tot tien jaar een groot onderzoek te ontwikkelen naar hoe dieren ongelijkheid reproduceren. Ik ben nu met collega’s uit Engeland en de VS bezig met het schrijven van een grote beursaanvraag voor zo’n project.’

‘Ik ben net op vakantie geweest, dus voor mij was het maandag weer gewoon aan het werk. Het is eerder andersom: dat mijn werk ervoor zorgt dat ik niet meer echt vakantie kan hebben. Ik was deze zomer eerst in New York en daarna twee weken met mijn man – die hier vandaan komt – en mijn zoontje op Jamaica. Ik merk dat ik, als ik eenmaal op Jamaica ben, geen vakantiegevoel meer kan hebben. Als ik op het strand lig, let ik de hele tijd op hoe bewakers omgaan met verkopers, of denk ik na over waar het rioolwater de zee instroomt. Eigenlijk sta ik de hele tijd aan: in elk gesprek denk ik of een uitspraak misschien wel data kan zijn.’